This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Is dit een voorbeeld van een maximum- of minimumprijs
A
Maximumprijs
B
Minimumprijs
Slide 2 - Quiz
Ligt de maximumprijs boven of onder de evenwichtsprijs
A
BOVEN
B
ONDER
Slide 3 - Quiz
Bij een maximumprijs ontstaat er een .... (2 antwoorden goed)
A
aanbodoverschot
B
aanbodtekort
C
vraagoverschot
D
vraagtekort
Slide 4 - Quiz
Als de overheid een minimumprijs instelt, werkt ze de aanbieder tegen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Wat is de waarde van het aanbodoverschot bij een minimumprijs van 160?
A
105
B
16.800
C
105.000
D
16,8 miljoen
Slide 6 - Quiz
Als de overheid een prijs van 10 eurocent per liter instelt, waar is dan sprake van?
A
Minimumprijs, vraagoverschot
B
maximumprijs, vraagoverschot
C
minimumprijs, aanbodoverschot
D
maximumprijs, aanbodoverschot
Slide 7 - Quiz
Als de overheid een prijs van 30 eurocent per liter instelt, waar is dan sprake van?
A
Minimumprijs, vraagoverschot
B
maximumprijs, vraagoverschot
C
minimumprijs, aanbodoverschot
D
maximumprijs, aanbodoverschot
Slide 8 - Quiz
(Ingrijpen van de overheid)
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Hoe is de prijs van een vliegticket opgebouwd?
Slide 11 - Open question
Wat is er niet in meegenomen?
Milieuvervuiling
Geluidsoverlast
Waarom niet?
Slide 12 - Slide
Cruijff Court(positief)
Slide 13 - Slide
conclusie:
Externe effecten zijn: onbedoelde gevolgen van productie en of consumptie, die niet in de verkoopprijs van het product zitten en waar anderen voor moeten betalen(maatschappelijke kosten)