2023-09-14 Grieks G2

Leerdoel
  • ik kan uitgangen van lidwoord en znw herkennen
  • ik kan van T2 r. 1-7 voorlezen en vertalen
    Weektaak
    • leren: lidwoord en znw ev/mv
    • leren: T2, r. 1-7 (lezen en vertalen)
    • oefenen: stencil (vlot en vloeiend)
    •  oefenen: W les 2, 3 (HB 165) uitspreken (vlot en vloeiend)

    vrijdag 15/9: 
    Flits-SO alfabet compleet!
    Toetsmatrijs in Magister.
    1 / 7
    next
    Slide 1: Slide
    GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

    This lesson contains 7 slides, with text slides.

    time-iconLesson duration is: 45 min

    Items in this lesson

    Leerdoel
    • ik kan uitgangen van lidwoord en znw herkennen
    • ik kan van T2 r. 1-7 voorlezen en vertalen
      Weektaak
      • leren: lidwoord en znw ev/mv
      • leren: T2, r. 1-7 (lezen en vertalen)
      • oefenen: stencil (vlot en vloeiend)
      •  oefenen: W les 2, 3 (HB 165) uitspreken (vlot en vloeiend)

      vrijdag 15/9: 
      Flits-SO alfabet compleet!
      Toetsmatrijs in Magister.

      Slide 1 - Slide

      Vraag:
      Wat is bij jou thuis de belangrijkste regel? Is het moeilijk of makkelijk om je daaraan te houden?

      Slide 2 - Slide

      Begintaak: 
      Spreek uit: ὁ ῥινόκερος - ἡ φάλαινα - ἡ πέρδιξ
                          ΠΑΡΑΔΕΙΣΟΣ - ΑΛΩΠΗΞ
      Wat betekent: 
      τότε     ἡ μάχη        ἡ γῆ       πρῶτον

      γάρ       ἐνταῦθα     οὐκ         δέ   ὁ, ἡ, τό
       
      εἰσί(ν)   ἔπειτα    ἡ θεά     καί (2)    

      Slide 3 - Slide

      Lidwoord en znw in het Grieks.

      Drie lidwoorden
      • enkelvoud: ὁ (Μ), ἡ (F), τό (N)
      • meervoud: οἱ (Μ), αἱ (F), τά (Ν)
      Ζelfstandig naamwoorden
      • M: ev: -ος / mv: -οι
      • F: ev: -η of -α / mv: -αι
      • Ν: ev: -ον / mv: -α




      Slide 4 - Slide

      Pak je TB op blz. 19 en je schrift.

      • We gaan van T 2 r. 1-7 vertalen.
      • Noteer de vertaling in je schrift.

      Slide 5 - Slide

      Ἐν ἀρχῇ ἔστι τὸ Χάος.
      Οὐκ ἔστιν ἡ γῆ, οὐχ ἡ θάλαττα.
      Οὐκ εἰσὶν ποταμοί, οὐδὲ πέτραι,
      οὐδὲ δένδρα, οὐδὲ ζῷα.
      Οὐκ εἰσὶν ἄνθρωποι, οὐ θεοί.
      Οὐκ εἰσὶ μάχαι, οὐδ᾽ ἔστι πόλεμος, οὐδ᾽ εἰρήνη,
      οὐδ᾽ ἀργύριον, οὐδ᾽ ἔργα, οὐδὲ σχολή.





      TB blz. 19

      Slide 6 - Slide

      Tijd over? Oefen met lezen.

      • het stencil (voor- en achterzijde)
      • T 2 (TB blz. 19), r. 8-18

      Slide 7 - Slide