klas 1 Latijn di 12 mei

Latijn
klas 1 - week 8
'op weg met tekst 11'
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Klassieke TalenVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Latijn
klas 1 - week 8
'op weg met tekst 11'

Slide 1 - Slide

Ben je al begonnen met vertalen?
A
ja, al af
B
ja, maar nog niet af
C
nee
D
geen idee

Slide 2 - Quiz

Waar ging r.1 t/m 7 over?

Slide 3 - Open question

tekst 11 r.1 t/m 7
Er was een pauze in het amphitheater: slaven maakten de arena schoon, want door het bloed van de mensen en dieren was de aarde rood geworen. Tussen de toeschouwers zaten drie vrienden: Gaius en Quintus en Publius. Al gedurende vele uren hadden zij naar de Spelen gekeken. Ze hadden Marcus gevraagd om naar huis te gaan, omdat de voorstellingen hem bang maakten. Toen heeft de omroeper iets nieuws bericht.

Slide 4 - Slide

Geef de naamval van 'miles' + 'arenam'
Geef de tijd en persoon van 'intrat'

Slide 5 - Open question

'ecce' is een werkwoord
A
ja dat klopt
B
nee het is een naamwoord
C
nee het is een uitdrukking
D
weet ik veel

Slide 6 - Quiz

Geef de vertaling van de zin:
'ecce, miles intrat arenam!'

Slide 7 - Open question

Geef de betekenis van:
cur - in+abl - pugno,pugnare

Slide 8 - Open question

welke tijd is 'pugnat'?
A
praesens - hij vecht
B
imperfectum - hij vocht
C
perfectum - hij heeft gevochten
D
plsq.pf - hij had gevochten

Slide 9 - Quiz

Hoe vertaal je
'Cur miles in arena pugnat?'

Slide 10 - Open question

Welke tijd hebben 1 sciebat en 2 audiverat?
A
1 praesens 2 plsq.pf
B
1 impf 2 pf
C
1 impf 2 praesens
D
1 impf 2 plusq.pf

Slide 11 - Quiz

Welke naamval is 'causam' - 'verba' - 'praeconis'

Slide 12 - Open question

Hoe vertaal je dan 'verba praeconis'?
A
de woorden van de omroeper
B
de omroeper van de woorden
C
van de woorden van de omroeper
D
met de woorden van de omroeper

Slide 13 - Quiz

Hoe vertaal je
'Publius causam sciebat, nam verba praeconis audiverat'

Slide 14 - Open question

Waarom is het gek dat er een soldaat in het Colosseum vecht?
A
soldaten bestonden nog niet
B
soldaten konden niet met dieren vechten
C
soldaten wilden niet vechten
D
soldaten hoorden in oorlogen te vechten

Slide 15 - Quiz

Toets in de toetsweek
MULTIPLE CHOICE TOETS MET 3 ONDERDELEN

1. naamwoorden

2. werkwoorden

3. zinnetjes vertalen

Slide 16 - Slide