a. Sandra maakt geen contact. Ze geeft de enveloppe af en de manier waarop ze zegt “toe maar, post uit Australië” klinkt niet vriendelijk. Sandra neemt zonder verder te kijken het serviesgoed mee en vertrekt.
b. Neen, Sandra let niet op hoe mevrouw Goedhart reageert op de post. Ook heeft ze niet in de gaten dat mevrouw Goedhart haar brillenkoker heeft laten vallen.
c. Mevrouw Goedhart reageert verschrikt. Het gaat haar allemaal te snel. Sandra die binnen komt en haar de post geeft, de brillenkoker die valt en Sandra die vervolgens weer even snel vertrekt als dat ze is binnen gekomen.