Werkwoordspelling Engelse werkwoorden herhalen en toetsje les 9, 10 en 11

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • leerwerkboek deel B
  • je leesboek
  • pen
  • iPad (in je tas)
timer
4:00
Les 9
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • leerwerkboek deel B
  • je leesboek
  • pen
  • iPad (in je tas)
timer
4:00
Les 9

Slide 1 - Slide

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Planning
  • Nakijken opdracht 1 van 4.8 / vragen
  • Uitleg 5.8 Engelse werkwoorden
  • Werkmoment
  • Vooruitblik

Slide 3 - Slide

Huiswerk vragen?
In les 1 op 6-2 maken we van 4.8: 4 en 5

In les 2 op 8-2 maken we van 4.8: 7 en 10
In les 3 op 9-2 maken we van 4.8: 1.

Slide 4 - Slide

4.8 opdracht 1 pagina 58
a voorgesneden groente => vd
b vragende blik => td, gebakken brood => vd
c geproduceerde voedsel => vd
e geregistreerde gebruikers (vd) overgebleven voedsel (vd)
f gewenste winkel (vd) afgesproken tijd (vd)
g betaalde Magic Box (vd) een geredde maaltijd (vd)
h verkochte M.B. (vd), aangesloten winkel (vd), afgesproken bedrag (vd)
i bestelde maaltijdbox (vd)

Slide 5 - Slide

Opdracht 1 4.8 => j
De lachende caissière wenst je veel plezier 
met je maaltijdsalade, gesneden mangostukjes, kippenpoten die je in kokende olie kunt frituren, groentesoep, 
gebakken aardappels of geraspte worteltjes.

Wat is de vorm? pv, td, vd, hele werkwoord.

Slide 6 - Slide

Opdracht 1 4.8 => j
De lachende caissière wenst je veel plezier 
met je maaltijdsalade, gesneden mangostukjes, kippenpoten die je in kokende olie kunt frituren, groentesoep, 
gebakken aardappels of geraspte worteltjes.

Wat is de vorm? pv, td, vd, hele werkwoord.

Slide 7 - Slide

Samen lezen p. 121
infinitief = hele werkwoord                                branden
ott = persoonsvorm tegenwoordige tijd           ik brand
ovt = persoonsvorm verleden tijd                     ik brandde
vd = voltooid deelwoord                      ik heb (me) gebrand

Slide 8 - Slide

Zelfde regels aanhouden
persoonsvorm tegenwoordige tijd (ott) Een -t als ...
veranderen                                 downloaden
ik verander                                  ik download
jij verandert / verander jij             jij downloadt/ download jij
hij/ zij / het verandert                   hij downloadt
wij veranderen                             wij downloaden

Slide 9 - Slide

Zelfde regels aanhouden
persoonsvorm verleden tijd (ovt) -te(n) of -de(n) als...
veranderen                                 downloaden
ik / jij / hij veranderde                   ik downloadde
wij veranderden                            wij downloadden

ik / jij / hij fietste                            ik faxte
wij fietsten                                    wij faxten

Slide 10 - Slide

Zelfde regels aanhouden
Voltooid deelwoord -t of -d als...
veranderen                                 downloaden
ik / jij / hij veranderde                   ik downloadde
ik ben veranderd                          ik heb gedownload

ik / jij / hij fietste                            ik faxte
wij hebben gefiets                      wij hebben gefaxt

Slide 11 - Slide

Ietsje anders
Persoonsvorm tegenwoordige tijd. Een -t als...
veranderen                                 saven
ik verander                                  ik save
jij / hij verandert                           jij / hij savet
     
ik / jij / hij veranderde                   ik savede
wij zijn veranderd                         wij hebben gesaved
pv verleden tijd -te(n) of -de(n) / voltooid deelwoord - t of -d

Slide 12 - Slide

Ietsje anders
Persoonsvorm tegenwoordige tijd. Een -t als...
veranderen                                paintballen
ik verander                                  ik paintball
jij / hij verandert                           jij / hij paintballt
     
ik / jij / hij veranderde                   ik paintballde
wij zijn veranderd                         wij hebben gepaintballd
pv verleden tijd -te(n) of -de(n) / voltooid deelwoord - t of -d

Slide 13 - Slide

Maken opdracht 3 p. 122
a. daten
b.
c.

Sneller? Maak opdracht 4 en 5. Kijk zelf nauwkeurig na.

Slide 14 - Slide

Maken opdracht 4 p. 122






Sneller? Maak opdracht 5. Kijk zelf nauwkeurig na.
appen
ik           / jij 
racen
deleten
lunchen
grillen
timen

Slide 15 - Slide

Maken opdracht 5 p. 123
  1. Ik 
  2. Die tas
  3. ... hebben we lekker
  4. Vandaag
  5. Hij  

Alles nagekeken? Geen vragen? Doe wat voor jezelf.

Slide 16 - Slide

Vooruitblik
Volgend les verder met 5.8

Opdrachten 3, 4 en 5 af en nagekeken?

Deel B en je leesboek meenemen!

Slide 17 - Slide

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • leerwerkboek deel B
  • pen
  • leesboek
  • iPad (in je tas)
timer
4:00
Les 10

Slide 18 - Slide

timer
10:00

Slide 19 - Slide

Planning
  • Nakijken opdrachten les 1
  • Maken opdrachten
  • Vooruitblik

Slide 20 - Slide

Nakijken opdrachten les 1
5.8 opdracht: 3, 4 en 5


Welke vragen heb je?

Slide 21 - Slide

5.8 opdracht: 10 & 1a, b, c, e, g, h, l.

Slide 22 - Slide

Vooruitblik
Neem je leerwerkboek deel B en leesboek mee.

Maak de opdrachten af.

We gaan een toetsje oefenen en samen nakijken.

Slide 23 - Slide

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • leerwerkboek deel B
  • pen
  • leesboek
  • iPad (in je tas)
timer
4:00
Les 11

Slide 24 - Slide

timer
5:00

Slide 25 - Slide

Planning
  • Oefentoetsje maken (30 minuten) 
  • Van elkaar nakijken (10 minuten)
  • Hoeveel heb je er goed? Inleveren bij mij.
  • Vooruitblik

Slide 26 - Slide

Oefentoetsje maken
Klaar met de toets?
Maak je weektaak af (zie Magister studiewijzer)
Ook af?
Doe even wat voor jezelf.
timer
30:00

Slide 27 - Slide

Van elkaar nakijken
  • Pak een andere kleur pen of potlood.
  • Kijk heel precies na.
  • Verbeter als het fout is.

  • Hoeveel goed gemaakt?
  • Inleveren bij mij.

Slide 28 - Slide

Vooruitblik
Fijne vakantie!

Slide 29 - Slide