thema 1, week 2, les 7 wie/wat/waar

doel:
Ik leer zinnen langer maken door:

een wat-deel
een aan wie of voor wie deel
1 / 14
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

doel:
Ik leer zinnen langer maken door:

een wat-deel
een aan wie of voor wie deel

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 3 - Slide

Wat is het wat-deel?
Nanet eet een boterham
A
Nanet
B
eet
C
een boterham

Slide 4 - Quiz

Wat is het aan wie/voor wie deel?

Niels kookt voor zijn oma.
A
Niels
B
voor zijn oma
C
kookt

Slide 5 - Quiz

Wat is het wat-deel?
Fem maakt een tekening voor haar moeder.
A
voor haar moeder
B
maakt
C
een tekening
D
Fem

Slide 6 - Quiz

Wat is het aan wie/voor wie deel?
Vind koopt voor juf Anne chocolaatjes.
A
Vinz
B
chocolaatjes
C
koopt
D
voor juf Anne

Slide 7 - Quiz

Maak langer met een wat-deel.
Ise koopt.........

Slide 8 - Mind map

Maak langer met een wat-deel.
Vandaag gaat Fabian..............bakken
A
in de oven
B
een taart
C
voor Pieter
D
lekker

Slide 9 - Quiz

Maak langer met een voor wie-deel.
Fleur koopt een cadeautje voor.............
A
Vajèn
B
de winkel
C
met de fiets
D
taart

Slide 10 - Quiz

Maak langer met een aan wie/voor wie-deel.
Sep geeft een boek aan........
A
netjes
B
en een brief
C
juf Anne
D
voor wie

Slide 11 - Quiz

Maak langer met een wat-deel.
Steijn vertelt........

Slide 12 - Mind map

Maak langer met een aan wie/voor wie-deel.
Luuk geeft eten aan...................

Slide 13 - Mind map

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 14 - Slide