5.3 - Actief op de arbeidsmarkt

1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Geef een aantal kenmerken van een markt.

Slide 2 - Open question

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • Wat een arbeidsmarkt is
  • Wie de vraag en wie het aanbod vormen op de arbeidsmarkt
  • Welke mensen bij de beroepsbevolking horen
  • Wat er in de wet gelijke behandeling staat

Een percentage berekenen

Slide 3 - Slide

Concrete markt: een plaats waar op afgesproken tijden goederen worden verhandeld.
Abstracte markt: Het geheel van vraag naar en aanbod van een product
AANBOD= PRODUCENT EN VRAAG = CONSUMENT

Slide 4 - Slide

Spelersmarkt (voetbal)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Arbeidsmarkt (overzicht)
De arbeidsmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid.

Slide 8 - Slide

Beroepsbevolking
Beroepsbevolking =  iedereen tussen 15 en 67 jaar die werkt of op zoek is naar werk.
  • De beroepsbevolking =werkende en niet werkende mensen
  • Niet iedereen tussen 15 en 67 jaar hoort bij de beroepsbevolking

Aanbod van arbeid

Slide 9 - Slide

Arbeidsmarkt
  • Vraag = bedrijven (werkgelegenheid)
  • Aanbod = Mensen (beroepsbevolking)

  • Arbeidsmarkt = totale vraag & totale aanbod arbeid in een land
  • Aanbod groter dan  vraag = ruime arbeidsmarkt (werkloosheid)
  • Vraag groter dan aanbod = krappe arbeidsmarkt (betere arbeidsvoorwaarden) 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Algemene Wet gelijke behandeling
Kans op werk is ongelijk voor verschillende groepen

Algemene wet gelijke behandeling:
  • Geen onderscheid op basis van bijvoorbeeld geslacht, ras, leeftijd of afkomst.

Slide 14 - Slide

Arbeidsparticipatie
  • Het percentage van een bepaalde groep dat zich aanbiedt op de arbeidsmarkt
  •  Overheid wilt deze omhoog voor vrouwen 
  • Deeltijd banen => ouders kunnen werken én voor kinderen zorgen
  • flexibel contract mag! => minder uren werken

Slide 15 - Slide

Percentage berekenen
  • Stel dat je wilt weten hoeveel procent iets van iets is.
  • Hoe bereken je dat?

  • Voorbeeld: 45 van de 125 leerlingen zijn linkshandig
  • Hoeveel procent van de leerlingen zijn linkshandig?
  • methode 1 = tabel 
  • methode 2 = formule

Slide 16 - Slide

Percentage berekenen met een tabel
Voorbeeld: 45 van de 125 leerlingen zijn linkshandig
Hoeveel procent van de leerlingen zijn linkshandig?


%
100
125
45

Slide 17 - Slide

Percentage berekenen met een tabel
Voorbeeld: 45 van de 125 leerlingen zijn linkshandig
Hoeveel procent van de leerlingen zijn linkshandig?


%
100
0,8
36
125
1
45

Slide 18 - Slide

Percentage berekenen met een formule
Voorbeeld: 45 van de 125 leerlingen zijn linkshandig
Hoeveel procent van de leerlingen zijn linkshandig?

  • Formule= wat je wilt weten : totaal x 100 
  • wat je wilt weten = 45 in procenten
  • totaal = de hele groep
  • 45 : 125 x 100 = 36

Slide 19 - Slide

Van de 4000 mensen zijn er 800 werkloos. Bereken hoeveel % van de mensen werkloos is.

Slide 20 - Open question

Antwoord
800 : 4000 x 100 = 20%

Slide 21 - Slide

Opdracht
Wat: Maak de normale opdrachten paragraaf 5.3 
Resultaten: Huiswerk wordt gecontroleerd
Tijd: 20 min (15 min stilte)
Klaar? maak dan de rekenparagraaf
timer
12:00

Slide 22 - Slide

Vind jij dat we de bedrijven of het personeel moeten verplaatsen en waarom?

Slide 23 - Open question

Bij werkloosheid is de vraag naar arbeid ....... dan het aanbod ervan.
A
Groter
B
Kleiner

Slide 24 - Quiz

Werkgevers die werknemers nodig hebben horen bij ......... op de arbeidsmarkt.
A
de vraag
B
het aanbod

Slide 25 - Quiz

Werkloze werknemers horen bij de ......... op de arbeidsmarkt.
A
de vraag
B
het aanbod

Slide 26 - Quiz

Te weinig werknemers voor banen
A
Krappe arbeidsmarkt
B
Ruime arbeidsmarkt
C
Werkloosheid
D
Gezondheidszorg

Slide 27 - Quiz

Het totale aanbod van arbeid (werknemers)
A
Krappe arbeidsmarkt
B
Ruime arbeidsmarkt
C
Werkgelegenheid
D
Beroepsbevolking

Slide 28 - Quiz

De totale vraag naar arbeid (aantal banen)
A
Krappe arbeidsmarkt
B
Ruime arbeidsmarkt
C
Werkgelegenheid
D
Beroepsbevolking

Slide 29 - Quiz

Jan is 27 jaar en is op zoek naar werk. Hij hoort bij de ...
A
Niet beroepsbevolking
B
Werkende beroepsbevolking
C
Niet werkende beroepsbevolking
D
Vraag naar arbeid

Slide 30 - Quiz

Marion wilt graag werken, maar heeft een lichamelijke beperking.
A
Niet beroepsbevolking
B
Werkende beroepsbevolking
C
Niet werkende beroepsbevolking
D
Vraag naar arbeid

Slide 31 - Quiz

Geef een voorbeeld van ongelijke behandeling op de arbeidsmarkt

Slide 32 - Open question

Opdracht 
Scholenstrijd


timer
12:00

Slide 33 - Slide