This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Duitsland en het buitenland
1. Buitenlandse politiek van Duitsland
Slide 1 - Slide
Hitler zijn Plannen
Duitsland economisch herstellen
Wraak nemen op het verdrag van Versailles
Lebensraum
Alle Deutsche Heim ins Reich
Wereldjodendom bestrijden
Slide 2 - Slide
1935
Hitler voert Dienstplicht in
Lebensraum: Duitsland heeft een groter gebied nodig
Hij stopt met herstelbetalingen
Aanleg van wegen
Slide 3 - Slide
Duite troepen in het Rijnland
1936
In het Verdrag van Versailles stond dat er geen Duitse soldaten in het Rijnland mochten zijn (gedemilitariseerd).
Hitler houdt zich hier niet aan
Slide 4 - Slide
Der Anschluß
maart 1938
Hitler wil alle Duitsers in één Groot Duits Rijk (Heim ins Reich). zich aansluiten (anschluss)
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Conferentie van München
september 1938
.Hitler belooft dat er geen oorlog komt als hij Sudetenland, Tsjecho-Slowakije, ook nog krijgt. Dit gebied hoorde bij Oostenrijk-Hongarije vóór de Eerste Wereldoorlog.
Appeasementpolitiek: Geallieerden geven Hitler zijn zin uit angst voor oorlog.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Bespreken 3.3 3,4,5
Slide 13 - Slide
Oefenen met spotprenten
Slide 14 - Slide
Mussolini
Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede in Italie
Mussolini grijpt in 1922 de macht
Fascisme: extreemrechtse politieke beweging
Slide 15 - Slide
Kenmerken van fascisme
Extreem nationalistisch
Extreem geweldadig
Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen
Fascisme is anti-democratisch
Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is.
Slide 16 - Slide
Toenadering
Mussolini en Hitler gaan samenwerken om tegenstand te bieden tegen Engeland en Frankrijk
Slide 17 - Slide
Bespreken 3.3 11a
Slide 18 - Slide
Crisis in Nederland
Nederland wordt zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt vrijwel stil te staan.
Bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.
Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000
Slide 19 - Slide
Aanpassingspolitiek
1934
De Nederlandse regering van minister-president Colijn besluit dat er minder uitgaven moeten zijn, omdat er minder inkomsten zijn: Nederland moet zich aanpassen. Lonen van ambtenaren en bij de werkverschaffing gaan omlaag,
net als de steunuitkering. Het maakt de problemen alleen maar groter...
Slide 20 - Slide
Werkverschaffingsprojecten
Net als in andere landen probeert de overheid werklozen
aan werk te helpen met werkverschaffingsprojecten.
Grote projecten zoals het Amsterdams Bos en de Afsluitdijk
helpen mannen aan werk en een beetje inkomen.
Slide 21 - Slide
Stempelen voor 'de Steun'
Er is nauwelijks steun van de overheid:
alleen werklozen tussen 21 en 60 jaar krijgen de steunuitkering.
Hiervoor moeten ze 2 keer per dag in de rij staan om te stempelen.
Dit is vooral bedoeld om zwartwerken te voorkomen.