What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2.8 spelling 3T
2.8 spelling
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
2.8 spelling
Slide 1 - Slide
leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
• het verschil tussen de persoonsvorm en het voltooid deelwoord;
• de komma gebruiken;
• zelfstandige naamwoorden in het meervoud spellen.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Hoe noem je de werkwoordsvormen 'afgelopen' en 'gemaakt' in de vorige dia's?
Slide 5 - Open question
Wat weet je al over het voltooid deelwoord?
Slide 6 - Mind map
Wat weet je nog van de pv? Denk aan het vorige hoofdstuk spelling én grammatica.
Slide 7 - Mind map
Een korte herhaling...
( Zie ook 2.8 spelling in je boek en blz 198 schema werkwoordspelling. )
Slide 8 - Slide
werkwoordsvorm: persoonsvorm(en)
De persoonsvorm is verbonden met het onderwerp en kan in zowel de
tegenwoordige tijd
als
de verleden tijd
staan.
Je vindt de persoonsvorm door:
De tijdproef uit te voeren (verander de tijd)
De getalproef uit te voeren (verander het getal van het onderwerp)
Het werkwoord dat je moet aanpassen om de zinnen correct te maken, is de persoonsvorm.
Slide 9 - Slide
Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm TT
ik,.... jij, gebie-dende wijs
jij
hij/zij/het
meervoud
ik-vorm
ik-vorm + t
ik -vorm + t
'infinitief'
fiets word
fietst wordt
fietst wordt
fietsen worden
Slide 10 - Slide
Nieuw: het voltooid deelwoord
Heeft een hulpwerkwoord nodig:
Ik heb………..(gemaakt)
Ik ben………..(opgehaald)
Ik word………..( verzorgd)
Het geeft aan dat iets afgelopen/ voltooid is.
Slide 11 - Slide
VD klankveranderende ww
Schrijf wat je hoort.
Eindigt meestal op –en.
Bijv. gebeten, geschreven, gelopen, gekregen.....
Slide 12 - Slide
VD klankvaste ww
ge+stam+t óf ge+stam+d
Ezelsbruggetje: ‘t s
e
x y f
o
k s ch
aa
p
Bijv. gemaa
k
t, gelee
r
d
Of het VD langer maken...
Bijv. gemaakte, geleerde
Slide 13 - Slide
Voltooid deelwoord
Let op bij de wissel z/s en v/f!
Bijv. verhui
z
en - verhui
s
d
bero
v
en - beroo
f
d
Slide 14 - Slide
let op!
Soms
hoor
je het verschil tussen pv en vd niet, maar je
schrijft
ze wel anders.
Zij verander
t
de opstelling.
Zij is verander
d
.
Slide 15 - Slide
Plaats pv en vd
Dit kán allebei aan het einde van de zin zijn.
Ik begrijp wel dat hij de uitleg
herhaalt
. (= pv )
Hij heeft vandaag de uitleg weer
herhaald
. (=vd)
Slide 16 - Slide
even oefenen
Slide 17 - Slide
Wat is het voltooid deelwoord? De leerling heeft de leerstof bestudeerd.
Slide 18 - Open question
Wat is de persoonsvorm? De leerling bestudeert de leerstof.
Slide 19 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van "verduren"?
A
geduurd
B
verduurd
C
geverduurd
Slide 20 - Quiz
Het ..... ( gebeuren ) wel vaker dat hij het niet meer weet.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
Slide 21 - Quiz
Hij heeft zich dat goed ...... ( herinneren )
A
herinnerd
B
herinnert
C
herinnerdt
Slide 22 - Quiz
........... ( vergissen ) zij zich ook wel eens?
A
vergist
B
vergisd
Slide 23 - Quiz
Ze hebben de nieuwe omgeving....... (verkennen)
Slide 24 - Open question
Een korte herhaling: de komma
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Nieuwe regel: de komma
Zet ook een komma voor een voegwoord, als dat midden in je zin staat:
Op zijn eerste stagedag gaat hij extra vroeg van huis,
zodat
hij op tijd op het adres verschijnt.
Slide 27 - Slide
vervolg: de komma
De komma zorgt ervoor dat je zin beter leesbaar is.
Ook weet je door het plaatsen van de
komma vóór het voegwoord: er begint nu een bijzin.
Slide 28 - Slide
Welke regels van het meervoud zelfstandig naamwoord ken je?
Slide 29 - Mind map
Meervoud ZN: de regels
Zie samen schema blz 166 in je leerboek
Slide 30 - Slide
even oefenen
Slide 31 - Slide
Wat is het meervoud van:
paraplu
Slide 32 - Open question
Wat is het meervoud van:
radio
Slide 33 - Open question
Wat is het meervoud van:
taxi
Slide 34 - Open question
Wat is het meervoud van:
relatie
Slide 35 - Open question
Welk meervoud is verkeerd gespeld?
A
kopiën
B
oliën
C
zeeën
D
ideeën
Slide 36 - Quiz
Hoe vond je de leerstof van deze paragraaf?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 37 - Poll
EINDE
Slide 38 - Slide
More lessons like this
2.8 spelling
September 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H2.8 spelling (les 3)
October 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
T3- woensdag 2/10
October 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H3: Herhaling spelling & grammatica deel 4
June 2021
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H2.8 spelling (les 3)
August 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
1KMA Nederlands online
February 2022
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
PV of VD?
October 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
1C - P2 - Week 2 - les 2 - Voltooid en onvoltooid deelwoord
November 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1