taal, thema 8, les 17 (groep 7)

taal, thema 8, les 17 (groep 7)
voornaamwoorden
1 / 19
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

taal, thema 8, les 17 (groep 7)
voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

oefening 2, zin 2, woord 1
A
persoonlijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord

Slide 2 - Quiz

oefening 2, zin 2, woord 2
A
persoonlijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord

Slide 3 - Quiz

oefening 2, zin 2, woord 3
A
persoonlijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord

Slide 4 - Quiz

oefening 2, zin 3, woord 1
A
persoonlijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord

Slide 5 - Quiz

oefening 2, zin 3, woord 2
A
persoonlijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord

Slide 6 - Quiz

oefening 2, zin 3, woord 3
A
persoonlijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Quiz

oefening 2, zin 4, woord 1
A
persoonlijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord

Slide 8 - Quiz

oefening 2, zin 4, woord 2
A
persoonlijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Quiz

oefening 2, zin 5, woord 1
A
persoonlijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

oefening 2, zin 5, woord 2
A
persoonlijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord

Slide 11 - Quiz

oefening 2, zin 6, woord 1
A
persoonlijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord

Slide 12 - Quiz

oefening 2, zin 6, woord 2
A
persoonlijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord

Slide 13 - Quiz

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden uit zin 2 en 3

Slide 14 - Open question

Noteer de aanwijzende voornaamwoorden uit zin 2 en 3

Slide 15 - Open question

Noteer de bezittelijke voornaamwoorden uit zin 2 en 3

Slide 16 - Open question

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden uit zin 4 en 5

Slide 17 - Open question

Noteer de aanwijzende voornaamwoorden uit zin 4 en 5

Slide 18 - Open question

Noteer de bezittelijke voornaamwoorden uit zin 4 en 5

Slide 19 - Open question