De winterslaap dient voornamelijk om energie te besparen. Met het schaarse
voedsel dat in de winter beschikbaar is, kunnen egels, vleermuizen en andere
kleine, warmbloedige dieren hun temperatuur niet op peil houden. Ook
zogenoemd koudbloedige dieren zoals kikkers en adders besparen energie, zij
graven zich in en zetten hun stofwisseling op een zeer laag pitje. Sommige
kunnen, dankzij de inzet van lichaamseigen antivries, hun temperatuur tot onder
het nulpunt laten dalen.
De strategieën van diverse ‘winterslapers’ verschillen sterk. Egels bijvoorbeeld
eten hun buikje rond in het najaar en beginnen na twee dagen vasten aan hun
winterslaap. De aangelegde vetvoorraad levert hen genoeg energie tot het
voorjaar, wanneer ze slank en gezond ontwaken.
Vet is voor een winterslaper als de egel voordelig omdat vet isolerend werkt.