What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Tegenwoordig deelwoord + rest hh
Tegenwoordig deelwoord
Hoe ben je iets aan het doen?
Huilend loop ik naar school, lachend vertel ik een mop, kwijlend kijk ik naar chocola.
1 / 48
next
Slide 1:
Slide
Spelling
Basisschool
Groep 7,8
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Tegenwoordig deelwoord
Hoe ben je iets aan het doen?
Huilend loop ik naar school, lachend vertel ik een mop, kwijlend kijk ik naar chocola.
Slide 1 - Slide
Hoe schrijven we dit?
Hele werkwoord + een d!!! Altijd een d!
Slide 2 - Slide
Maak een zin met een goed geschreven tegenwoordig deelwoord.
Slide 3 - Open question
Herstellen - Henk ligt ... in het ziekenhuis.
Slide 4 - Open question
Strijken - Mijn tante staat altijd ... te bellen.
Slide 5 - Open question
Bellen - Mijn tante staat altijd ... te strijken.
Slide 6 - Open question
Braden - Mijn vader bereidt ... het vlees.
Slide 7 - Open question
Stinken - De kat struinde ... door het huis.
Slide 8 - Open question
Hijgen - Niek plofte ... op de bank.
Slide 9 - Open question
Wachten - Marinte keek ... om zich heen.
Slide 10 - Open question
Branden - De kaars werd ... verplaatst.
Slide 11 - Open question
Klimmen - Het meisje verplaatste zich ... over het hek.
Slide 12 - Open question
Verwoesten - De orkaan bracht ... veel schade aan.
Slide 13 - Open question
Vliegen - De eend verdween ... in de verte.
Slide 14 - Open question
Genieten - Ilse at ... haar ijsje op.
Slide 15 - Open question
Kijken - De ouders liepen ... over het schoolplein.
Slide 16 - Open question
Eten - Zij maakte haar huiswerk al ...
Slide 17 - Open question
Wat hebben we tot nu toe geleerd?
tt: ik fiets hij fietst wij fietsen
vt: ik fietste hij fietste wij fietsten
voltooid: ik heb gefietst
bijvoeglijk voltooid: de gefietste route
tegenwoordig deelwoord: fietsend naar huis
Slide 18 - Slide
tt - maken
Jij ... de mooiste schilderijen.
Slide 19 - Open question
tt - flossen
Mijn ouders ... elke avond hun tanden.
Slide 20 - Open question
tt - filmen
... jij je vader op zijn werk?
Slide 21 - Open question
tt - raden
Ik ... het goede antwoord.
Slide 22 - Open question
tt - verven
Hij ... de muren geel.
Slide 23 - Open question
tt - lopen
Gingen wij samen naar school ... ?
Slide 24 - Open question
Wat hebben we tot nu toe geleerd?
tt: ik fiets hij fietst wij fietsen
vt: ik fietste hij fietste wij fietsten
voltooid: ik heb gefietst
bijvoeglijk voltooid: de gefietste route
tegenwoordig deelwoord: fietsend naar huis
Slide 25 - Slide
vt - maken
Ik ... op 1 januari het cadeau open.
Slide 26 - Open question
vt - vouwen
Jij ... vorige week alle kleren op.
Slide 27 - Open question
vt - beloven
Hij ... mij het niet door te vertellen.
Slide 28 - Open question
vt - fotograferen
Toen ... Bert en Ernie de paarden.
Slide 29 - Open question
vt - lachen
Bert en Ernie ... vorige week erg hard.
Slide 30 - Open question
Wat hebben we tot nu toe geleerd?
tt: ik fiets hij fietst wij fietsen
vt: ik fietste hij fietste wij fietsten
voltooid: ik heb gefietst
bijvoeglijk voltooid: de gefietste route
tegenwoordig deelwoord: fietsend naar huis
Slide 31 - Slide
vd - filmen
Papa heeft mij ...
Slide 32 - Open question
vd - beleven
Ik heb avonturen ...
Slide 33 - Open question
vd - passen
Ik heb de schoenen ...
Slide 34 - Open question
vd - halen
Tom heeft zijn diploma ...
Slide 35 - Open question
vd - verhuizen
Ik ben naar Amerika ...
Slide 36 - Open question
Wat hebben we tot nu toe geleerd?
tt: ik fiets hij fietst wij fietsen
vt: ik fietste hij fietste wij fietsten
voltooid: ik heb gefietst
bijvoeglijk voltooid: de gefietste route
tegenwoordig deelwoord: fietsend naar huis
Slide 37 - Slide
bijvoeglijk vd - opladen
Ik pak mijn ... telefoon.
Slide 38 - Open question
bijvoeglijk vd - inkleuren
Ik hang de ... tekening op.
Slide 39 - Open question
bijvoeglijk vd - koken
Ik eet het ... ei
Slide 40 - Open question
Wat hebben we tot nu toe geleerd?
tt: ik fiets hij fietst wij fietsen
vt: ik fietste hij fietste wij fietsten
voltooid: ik heb gefietst
bijvoeglijk voltooid: de gefietste route
tegenwoordig deelwoord: fietsend naar huis
Slide 41 - Slide
td - dromen
Ik zat ... op de bank.
Slide 42 - Open question
td - parkeren
Ik belde al ... met mijn moeder.
Slide 43 - Open question
td - kwijlen
Ik keek ... naar de chocolaatjes.
Slide 44 - Open question
Maak een zin met een voltooid deelwoord
Slide 45 - Open question
Maak een zin met een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
Slide 46 - Open question
Maak een zin met een tegenwoordig deelwoord.
Slide 47 - Open question
Maak een zin met een woord met dt!
Slide 48 - Open question
More lessons like this
Tegenwoordig deelwoord
15 days ago
- Lesson with
28 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7,8
A2d/G2b les 4 Par 4.5 les 2 volt deelw bijv nw
May 2021
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2L 6 maart
March 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2x2z 5 maart
March 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2K 4 maart
February 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Cursus 7 §9 Herhaling leerjaar 1 HV (digitaal lesboek)
July 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Tegenwoordig deelwoord
March 2021
- Lesson with
28 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7,8
Werkwoordstijden (par. 11)
November 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1