Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?
Op tafel ligt:
Lesboek
Schrift
Pen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands!
Check:
Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?
Op tafel ligt:
Lesboek
Schrift
Pen
Slide 1 - Slide
Ga lekker zitten.
Pak je boek en lees.
Veel plezier!
Stillezen
timer
1:00
Slide 2 - Slide
Hoofdzaken
Bijzaken
Hoofdgedachte
Vorige les
Slide 3 - Slide
Stap 1: maak de vragen in je eentje en stil. Weet je het niet? Pak dan je boek erbij (blz. 12). Schrijf de antwoorden kort op in je schrift.
Stap 2: bespreek je antwoorden met diegene naast je. Hebben jullie niet hetzelfde? Overleg welk antwoord het beste is. Je komt samen tot één antwoord.
Stap 3: we bespreken de antwoorden samen.
Check
timer
1:00
Wat is een hoofdzaak?
Waar vind je vaak hoofdzaken?
Wat is een bijzaak?
Wat is een hoofdgedachte?
Wat moet je doen om de hoofdgedachte te vinden?
Waar vind je de hoofdgedachte meestal?
Slide 4 - Slide
Hoofdzaken = belangrijke dingen uit een tekst
Waar vind je de hoofdzaken?
Inleiding
Slot
Eerste en laatste zin elke alinea
Let op: tussenkopjes en andere dikgedrukte woorden
Hoofdzaken en hoofdgedachte
Slide 5 - Slide
Hoofdgedachte = één zin, belangrijkste van een tekst
Hoe vind je de hoofdgedachte?
Bepaal het onderwerp van de tekst.
Geef in één zin antwoord op de vraag: wat zegt de schrijver over het onderwerp?
Noem in ieder geval het onderwerp.
Zoek in:
Inleiding
Slot
Hoofdzaken en hoofdgedachte
Slide 6 - Slide
Je kunt het verschil zien tussen hoofdzaken en bijzaken.
Je kunt de hoofdgedachte van een tekst herkennen.
Doel
Slide 7 - Slide
H1, lezen: opdr. 2 (blz. 13-14)
Slide 8 - Slide
Wat?
H1, lezen: opdr. 2 (vanaf vraag 3)
Iedereen uit kaderboek
Hoe?
Boek + schrift
Iedereen schrijft de antwoorden op.
Klaar?
H1, lezen: opdr. 3
Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
Rood? Stil.
Begin even ergens anders.
Geel? Fluisterniveau.
Vraag je buurman of buurvrouw.
Groen? Fluisterniveau.
Vraag je buurman of buurvrouw of de docent.
Aan het werk
timer
1:00
Slide 9 - Slide
Samen nakijken opdr. 2 (blz. 13-14)
Slide 10 - Slide
Opdr. 3, blz. 14
Lees de zinnen a tot en met e. Ze vormen samen één alinea, maar de zinnen staan door elkaar. De alinea hoort eigenlijk in de tekst over de wolf die we hebben gelezen, maar is daar weggelaten.
a. Boeren wordt aangeraden hun vee goed te beschermen door bijvoorbeeld een waakhond aan te schaffen.
b. Daarnaast moet je de wolf met rust laten en je hond aanlijnen.
c. De volgende adviezen geeft de provincie aan iedereen die in aanraking komt met een wolf.
d. Als je een wolf in de natuur tegenkomt, spreek dan luid en maak gebaren.
e. Ook kan het weiland met schapen met een hek van schrikdraad omheind worden.
Slide 11 - Slide
In deze zin staat het deelonderwerp van de alinea:
In deze zinnen staan uitleg of voorbeelden:
Daarnaast moet je de wolf met rust laten en je hond aanlijnen.
Boeren wordt aangeraden hun vee goed te beschermen door bijvoorbeeld een waakhond aan te schaffen.
Ook kan het weiland met schapen met een hek van schrikdraad omheind worden.
Als je een wolf in de natuur tegenkomt, spreek dan luid en maak gebaren.
De volgende adviezen geeft de provincie aan iedereen die in aanraking komt met een wolf.
Slide 12 - Drag question
Daarnaast moet je de wolf met rust laten en je hond aanlijnen.
Boeren wordt aangeraden hun vee goed te beschermen door bijvoorbeeld een waakhond aan te schaffen.
Ook kan het weiland met schapen met een hek van schrikdraad omheind worden.
Als je een wolf in de natuur tegenkomt, spreek dan luid en maak gebaren.
De volgende adviezen geeft de provincie aan iedereen die in aanraking komt met een wolf.
Slide 13 - Drag question
Na deze lessen...
kun je het verschil zien tussen hoofdzaken en bijzaken.