het houden van een anamnese gesprek

Vragen stellen en anamnese afnemen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vragen stellen en anamnese afnemen

Slide 1 - Slide

Lesopzet
Herhalen van informatie over vragen stellen

De student gaat oefenen met een anamnesegesprek

Slide 2 - Slide

Wat is een anamnesegesprek

Slide 3 - Open question

Doel van anamnesegesprek
- Verzamelen van gegevens
- Kennismaking
- De eerste behoeften, wensen en gewoonten van een zorgvrager in kaart brengen

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil tussen een opname gesprek en een anamnesegesprek?

Slide 5 - Open question

Hoe komen we aan gegevens over de zorgvrager??

  1. Gesprek houden met de zorgvrager = anamnesegesprek
  2. Gesprek houden met diens naasten = hetero-anamnesegesprek
  3. Gesprek houden met collega’s en andere disciplines
  4. Rapportages zorgdossier en zorgplan lezen
  5. Zelf observeren

Slide 6 - Slide

Wat zijn open vragen?
A
Vragen die met ja of nee beantwoord kunnen worden.
B
Beginnen vaak met wat, waarom, wie, welke of wanneer.
C
Zijn bedoeld als openingszin.
D
Geven beperkt ruimte om te antwoorden

Slide 7 - Quiz

Praktische tips voor het voeren van een anamnesegesprek
  • Gebruik de juiste vraagtechniek: open vragen
  • Kies de goede woorden: pas je woordgebruik aan
  • Houd rekening met het referentiekader. Een referentiekader is ‘de bril’ waardoor mensen kijken naar situaties en zaken. Elke persoon heeft een referentiekader dat bepaald is door ervaringen en belevingen vanuit het verleden.
  • Houd rekening met onderlinge relaties tussen naasten

Slide 8 - Slide

Informatie verzamelen over de levensloop
Doel :
  • de zorg zo goed mogelijk af te stemmen (zorg op maat bieden).
  • De ervaringen die de zorgvrager heeft met zijn aandoening of stoornis en met de gezondheidszorg in kaart brengen
  • De belevingen en reacties die de zorgvrager heeft op veranderde situaties in kaart brengen, dus de mogelijk te verwachten copingreacties
  • de gewoonten en gebruiken van de zorgvrager (zorg op maat bieden)
  • de woon- en leefstijl van de zorgvrager (eventueel voor indeling in leefgroepen)

Slide 9 - Slide

Informatie verzamelen over de levensloop
  • Niet gelijk met het anamnesegesprek maar in de loop van de volgende dagen. 
  • Het is belangrijk dat je de zorgvrager en eventuele naaste vertelt waarom je deze gegevens verzamelt. 

Slide 10 - Slide

Opbouw van een anamnesegesprek
Onderscheiding van vier fasen:
  1. de voorbereiding
  2. de inleiding
  3. het eigenlijke vraaggesprek
  4. de afsluiting




Slide 11 - Slide

1. de voorbereiding
  • Van tevoren weten wie de zorgvrager is, waarom je naar hem toe gaat en waarom hij zorg nodig heeft
  • Schriftelijke overdracht (belangrijkste gegevens)
  • Besluit vooraf wat je wilt vragen
  • Lees het anamneseformulier door, niet alles is even belangrijk

Slide 12 - Slide

2. de inleiding
  • Gesprek met zorgvrager. Soms ondersteund door anderen, zoals mantelzorgers of begeleiders.
  • Zorgvrager op zijn gemak stellen (zitten, drinken)
  • Doel en tijdsduur kenbaar maken (afstemming behoeften en voorkeuren)
  • Geef aan wat er met de gegevens wordt gedaan.





Slide 13 - Slide

3. het eigenlijke vraagstuk
  • Verzamelen informatie (de behoefte, de zelfredzaamheid, de situatie, de wensen en verwachtingen en de beleving van de zorgvrager)
  • Formulier invullen om gegevens overzichtelijk en praktisch te verzamelen

Slide 14 - Slide

4. de afsluiting
  • Voldoende informatie of tijdsduur verstreken -> gesprek afsluiten
  • Stel geen nieuwe vragen meer
  • Geef een samenvatting van het gesprek. Vraag de zorgvrager of jouw samenvatting klopt
  • Vraag wat de zorgvrager van het gesprek vond
  • Geef de zorgvrager de mogelijkheid om vragen te stellen
  • Maak duidelijk wat er na het gesprek gaat gebeuren, wat de zorgvrager verder te wachten staat
  • Bedank de zorgvrager voor zijn medewerking







Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Gesloten vragen worden gebruikt om...
A
te checken of iets klopt.
B
meer informatie te krijgen.
C
kunnen niet worden beantwoord met ja of nee

Slide 17 - Quiz

Doorvragen is...
A
om te reflecteren op een situatie
B
om iemand te sturen in zijn/haar antwoord
C
altijd met ja of nee te beantwoorden.
D
om helder te krijgen wat iemand bedoeld

Slide 18 - Quiz

Een voorbeeld van een reflecterende vraag is...
A
Wat heb jij het afgelopen weekend gedaan?
B
Hoe ervaar je dat?
C
Wat bedoel je daar precies mee?
D
Je wilt zeker wandelen vandaag?

Slide 19 - Quiz

ingrediënten voor een goed gesprek
actief luisteren
rustige houding en omgeving
samenvatten
stellen van vragen
parafraseren
omgaan met stiltes
gevoelsreflectie

Slide 20 - Slide

Opdracht oefening anamnesegesprek
Groepjes maken (afhankelijk van het aantal leerlingen)
1 iemand is de zorgvrager en neemt een casus van zijn of haar stage.
De rest gaat vragen stellen en proberen zo veel mogelijk informatie te krijgen. Doe dit aan de hand van de 11 gezondheidspatronen.

Slide 21 - Slide