Vitale functies

Vitale functies
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vitale functies

Slide 1 - Slide

Wat weet je al van vitale functies?

Slide 2 - Slide

Vitale functies
Bewustzijn
(Disability)
Ademhaling
(Breathing)
Circulatie
(Circulation)
Temperatuur
(Exposure)
Luchtweg
(Airway)

Slide 3 - Slide

Wat kun je allemaal meten
ten aanzien van de vitale functies?

Slide 4 - Mind map

Meten van vitale functies:

  • Ademhaling en saturatie
  • Bloeddruk en pols
  • Bewustzijn en temperatuur

Slide 5 - Slide

de ademhaling:

Slide 6 - Slide

Observatie van de ademhaling

  • Frequentie
  • Diepte 
  • Ritme / regelmatig
  • Geluid
  • Pijn



Slide 7 - Slide

Ademhalingsfrequentie
Normale ah 12-18 p/m

AH onder de 12 = Bradypneu (te langzaam)
AH boven de 18 = Tachypneu (te snel)


Slide 8 - Slide

Afwijkende ademhaling

  • Hulp roepen / arts waarschuwen
  • Patiënt rechtop zetten of houding laten kiezen
  • Gesloten vragen stellen
  • Patiënt niet onnodig laten praten
  • Ademhaling in de gaten blijven houden
  • Probeer zelf rustig te blijven.

Slide 9 - Slide

Termen
Bradypneu = te langzame AH

Tachypneu = te snelle AH

Apneu = niet ademen

Saturatie = zuurstofgehalte in het bloed

Slide 10 - Slide

Wat is de saturatie?
A
Zuurstofgehalte in het bloed
B
Erytrocyten gehalte in het bloed
C
Een waarde waaraan je kan zien hoe snel iemand ademt
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 11 - Quiz

Saturatie

Het zuurstofgehalte in het bloed.

Normaalwaarde 97-100%

Slide 12 - Slide

Vitale functies komt van 'vita'
Wat betekent 'vita'
A
Belangrijk
B
Krachtig
C
Leven
D
Vitamine

Slide 13 - Quiz

diameter en weerstand
van de vaatwand
hartfrequentie en slagkracht
van het hart

Slide 14 - Slide

Pols tellen: wat observeer je?
  • Frequentie (60 - 100 x per minuut)
  • Gelijkmatigheid
  • Ritme, regelmaat
  • Spanning en volume (vulling)

Slide 15 - Slide

Beoordelen hartslag
Hartfrequentie

De hartfrequentie wordt uitgedrukt in aantal hartslagen per minuut.

Normaalwaarde tussen de 60 en 100 slagen per minuut.

hartfrequentie <60 per minuut wordt een bradycardie genoemd
hartfrequentie >100 per minuut wordt tachycardie genoemd


Slide 16 - Slide

Afwijkende hartslag
Verhoogde hartfrequentie: tachycardie
  • Emoties, koorts, 
  • bloedingen, 
  • hartafwijkingen, 
  • medicatiegebruik


Verlaagde hartfrequentie: bradycardie
  • Conditie, 
  • slaap, 
  • een hersenaandoening,
  •  hartafwijkingen, 
  • medicatiegebruik


Slide 17 - Slide

Lichaamstemperatuur
  • Normaal: 36.0 – 37.4 ºC
  • Verhoging: 37.5 – 37.9 ºC
  • Koorts: > 38.0 – 40.0 ºC
  • Hyperthermie: > 40 ºC
  • Onderkoeling (hypothermie): < 35.0 ºC

Slide 18 - Slide

Temperatuur meten
  • Rectaal (rectum)
  • Axillair (oksel)
  • Oraal (mond)
  • Tympanisch (oor)
  • Voorhoofd met infrarood

Slide 19 - Slide

9 vitale functies
De temperatuur wordt geregeld in de hersenen (hypothalamus)...
  • sensoren in het lichaam geven de temperatuur door
  • wordt het te warm, zet het brein het koelsysteem in
  • wordt het te koud, zet het brein het warmtesysteem in
hypothalamus

Slide 20 - Slide

9 vitale functies
De lichaamstemperatuur schommelt over de dag...
's ochtends laag
's middags hoog

word bepaald door :
  • hormonen
  • gewicht 
  • klimaat
  • de aanwezigheid van ziekteverwekkers

Slide 21 - Slide

9.4 observaties van de lichaamstemperatuur
Factoren die van invloed zijn op de lichaamstemperatuur...
  • het klimaat en hoe je gekleed bent
  • fysieke inspanningen
  • breinfunctie instelling normale temperatuur
  • voedsel inname

Slide 22 - Slide

 observaties van de lichaamstemperatuur
Een temperatuur lager dan 35,5 graden heet hypothermie of onderkoeling...
  • rillen, klappertanden
  • bleke en koude huid
  • versneld hart- en ademritme

Slide 23 - Slide

Een normale temperatuur schommelt tussen de 35.5 en 37.5 graden...
  • hoe ouder, hoe lager de lichaamstemperatuur (tussen deze getallen)

Slide 24 - Slide

Een temperatuur van 37.5 - 38.0 graad wordt verhoging (subfebriel) genoemd...
  • zweten
  • verhoogde hartslag en ademhaling

Slide 25 - Slide

Koorts is een temperatuur van 38.0 graad of hoger (febriel)...
  • koorts remt de ziekteverwekker af
  • koorts stimuleert het maken van afweerstoffen
  • koorts is dus een gezonde reactie op besmetting

Slide 26 - Slide

Bloeddruk
  • Bovendruk (systole): druk in de bloedvaten als het hart samentrekt
  • Onderdruk (diastole): druk in de bloedvaten als het hart ontspant
  • Weergeven in mm Hg = millimeter kwik
  • RR (Riva Rochy) of tensie

Slide 27 - Slide

Afwijkende bloeddruk
  • Hypertensie (Hoge bloeddruk):
  • Systole > 140 mm Hg (> 80 jaar > 160 mm Hg)
  • Diastole > 90 mm Hg
  • Hypotensie (Hypotensie)
  • Systole < 90 mm Hg
  • Diastole < 60 mm HG

Slide 28 - Slide

game:

quizlet

Slide 29 - Slide

opdracht:
anatomie van het hart

Slide 30 - Slide