Klinisch redeneren week 5

1 / 50
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoe zit je erbij vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Slide

Vanochtend
Lukt het allemaal?
Terugblik: ABCD,SBARR, VSS/EWS
Tips en tricks
Oefenen met de stappen ( samen)
Klinisch redeneren adhv casus in groepjes


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Waar staan de letters ABCDEF
voor bij de ABCD methode?

Slide 6 - Mind map

Waar wordt het voor gebruikt?

Slide 7 - Mind map

Welke 4 zaken moet je vooral wel doen bij de ABCD methode?

Slide 8 - Open question

4 belangrijke zaken..
KIJKEN
VOELEN
LUISTEREN 
METEN

HANDEL ALTIJD OP BASIS VAN FEITEN, NOOIT OP AANNAMES!!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

De abcde methode pas je altijd volledig toe. Ook al zie je dat de zorgvrager geen ademhaling heeft en geen circulatie.
A
dit is helemaal waar
B
dit is helemaal niet waar

Slide 12 - Quiz

de EWS/ VSS score zorgt ervoor dat je vroegtijdig een acuut bedreigde patiënt kunt helpen
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

bereken de score.. 


Je bent ongerust over mw. x 
De controles: 
AH 22 p/min
HF 120 in rust 
tensie: 100/72
urineproductie is 50 ml afgelopen 4 uur
mw. x reageert alleen op pijnprikkel

Bewaar je score, bij de volgende slide kun je deze invullen. 

Slide 14 - Slide

Welke score heb jij?
A
9 punten
B
10 punten
C
11 punten
D
12 punten

Slide 15 - Quiz

Waar dient de SBARR toe?

Slide 16 - Mind map

S:
B:
A:
R:
R:



   SItuation


Back-ground



Assesment


Reccomm-endation



Repeat

Slide 17 - Drag question

Wat is SBARR?
  • Situation (situatie): Je vertelt kort het probleem. Hoe is de  situatie.
  • Background (achtergrond): eventuele medicatie, allergieën,   voorgeschiedenis van de cliënt.
  • Assessment (beoordeling): Wat is jouw beoordeling van de situatie? Wat   denk je zelf wat er aan de hand is?
  • Recommendation (aanbeveling): Wat is jouw aanbeveling, wat wil je dat   er gebeurt?
  • Repeat (herhaal): Je herhaalt het antwoord van de arts om fouten te voorkomen.

Slide 18 - Slide

Bij welke situaties kan de SBARR methode worden toegepast?
A
Bij een overdracht
B
Tijdens een multidisciplinair overleg
C
Bij een artsenvisite
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 19 - Quiz

De verpleegkundige vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een nabloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 20 - Quiz

De verpleegkundige vertelt dat de patiënt bekend is met een stollingsstoornis. Welke fase is dit?
A
Situation
B
Background
C
Assessment
D
Recommendation

Slide 21 - Quiz

De verpleegkundige vraagt aan de arts of hij/zij alvast pijnstilling zal geven. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Assesment
C
Reccomendation
D
Background

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Thuis verder oefenen?

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat weet je al?

Slide 29 - Mind map

Wat wil je nog weten?

Slide 30 - Mind map

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Benoem 2 vpk problemen

Slide 33 - Mind map

Welke orgaansystemen ( mogelijk)

Slide 34 - Mind map

Slide 35 - Slide

Waar denk je aan?
( oorzaak/gevolg)

Slide 36 - Mind map

Slide 37 - Slide

Duizeligheid; wat wil je weten?

Slide 38 - Open question

Verwardheid:
waar denk je aan?

Slide 39 - Open question

Verwardheid:
wat zou de oorzaak kunnen zijn?

Slide 40 - Open question

Slide 41 - Slide

Duizeligheid: wat zouden oorzaken kunnen zijn?

Slide 42 - Open question

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Welke vpk acties ga je inzetten?

Slide 45 - Mind map

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide