5H 9.2 DNA-replicatie

1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Beantwoord de volgende vragen: 
1. Hoe noemen we het suikermolecuul in DNA? 
2. Een streng DNA heeft de code AATGTCGTC. Hoe codeert de daarbij horende streng DNA?

 




3. 
timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Beantwoord de volgende vragen: 
1. Hoe noemen we het suikermolecuul in DNA? 
Desoxyribose
2. Een streng DNA heeft de code AATGTCGTC. Hoe codeert de daarbij horende streng DNA?
TTACAGCAG

 






3. F





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

DNA
Oriëntatie
9.1 DNA
9.2 DNA-replicatie
9.3 Eiwitsynthese
9.4 Genexpressie
9.5 Mutaties
9.6 DAN-technieken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 9.2
  • Je kunt beschrijven hoe DNA-replicatie plaatsvindt.
  • Je kunt uitleggen wat telomeren zijn en hoe deze bijdragen aan veroudering

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De celcyclus
Vóór cellen gaan delen, moet onder andere het DNA verdubbeld worden. Ook moet het DNA gecontroleerd worden op fouten.
Binas 76A en B
Interfase = fase tussen 2 celdelingen in

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

In 1953 ontdekte Watson en Crick de structuur van DNA
DNA-replicatie
  • Tijdens de S-fase celcyclus
  • Enzym helicase -->openbreken verbindingen basenparen: twee losse strengen
  • Het enzym DNA polymerase 
     beweegt langs de 3>5 kant van 
     de losse DNA streng 
  • Vrije DNA-nucleotiden in het 
     kernplasma worden aan de losse 
     DNA streng verbonden: A-T/C-G

Als je de koolstofatomen van de suikergroep telt, zie je dat de hydroxylgroep altijd aan het derde koolstofatoom vastzit, en de fosfaatgroep aan het vijfde koolstofatoom. De gehele DNA-streng krijgt zodoende twee verschillende uiteinden: een zogenaamd 3'-eind en een 5'-eind. DNA-polymerase kan alleen een nieuwe nucleotide aanhaken op de hydroxylgroep aan het 3'-eind. 

Slide 8 - Slide

Als men de koolstofatomen van de suikergroep telt, valt op dat de hydroxylgroep altijd aan het derde koolstofatoom vastzit, en de fosfaatgroep aan het vijfde koolstofatoom. De gehele DNA-streng krijgt zodoende twee verschillende uiteinden: een zogenaamd 3'-eind en een 5'-eind.
DNA-replicatie
Dit levert twee losse moleculen 
DNA: de twee chromatiden. 
Ze blijven aan elkaar tot 
M-fase celcyclus --> daarna 
twee losse DNA strengen.

Slide 9 - Slide

Als men de koolstofatomen van de suikergroep telt, valt op dat de hydroxylgroep altijd aan het derde koolstofatoom vastzit, en de fosfaatgroep aan het vijfde koolstofatoom. De gehele DNA-streng krijgt zodoende twee verschillende uiteinden: een zogenaamd 3'-eind en een 5'-eind.
Diploïd en haploïd
Diploïd = van elk chromosoom 2 (2n)

Haploïd = als je van een chromosoom 1 hebt (1n). 
(bijv. in geslachtcellen)

Replicatie ook wel:
2n --> 2n + 2n


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Aan het uiteinde van een chromosoom zitten de telomeren.

Telomeren bestaan uit repetitief DNA, dus herhalingen van TTAGGG

Telomeren kunnen NIET worden gekopieerd door DNA- polymerase. 
Gevolg: Het DNA molecuul wordt bij elke celdeling korter.
Na 50 +/-celdelingen sterft de cel (celdood).
De levensduur van cellen hangt af van de lengte van de telomeren en de snelheid waarmee ze korter worden --> veroudering.
Uit volwassen stamcellen ontstaan steeds nieuwe cellen met lange telomeren --> voorkomt dood.
Telomeren

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Lezen 9.2
Maken opdracht 12 t/m 19
+ begrippenlijst




Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 9.2
  • Je kunt beschrijven hoe DNA-replicatie plaatsvindt.
  • Je kunt uitleggen wat telomeren zijn en hoe deze bijdragen aan veroudering

Slide 14 - Slide

This item has no instructions