Plot les 3 en 4 Leesstrategieën en voorspellend lezen

Lekker lezen
timer
10:00
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Kennis opfrissen

Huiswerk bespreken
- les 3 opdracht 4 bespreken
- les 4 opdr 1 + 2

-Plot les 4
Bekend-Benieuwd-Bewaard


Slide 2 - Slide

door, doordat, hierdoor, daardoor, waardoor, zodat, vanwege, als gevolg van, het gevolg is, dus

Dit zijn signaalwoorden voor een. . . ?
Noteer het verband en geef een voorbeeld zin(nen)

Slide 3 - Open question

De leerling fietste met de zware schooltas naar school. DAAR liep HIJ de hele dag met die zware tas te zeulen.

Waarnaar verwijst het verwijswoord DAAR? En waarnaar verwijst HIJ?

Slide 4 - Open question

Noem minimaal zes onderdelen van het tekstgeraamte.

Slide 5 - Open question

Leesstrategieën zet je in
voor, tijdens en na het lezen.
Noem bij elke fase minimaal één strategie

Slide 6 - Open question

Leesstrategieën (grondig lezen)


    Voor: voorspellen
    Tijdens: ophelderen, vragen stellen, samenvatten
    Na: samenvatten, terugkijken op de tekst


Slide 7 - Slide

Bij de strategie "voorspellend lezen":
A
stel je vragen om het beter te begrijpen
B
kijk je terug
C
vat je samen
D
gebruik je het tekstgeraamte

Slide 8 - Quiz

Wat kun je - naast kijken naar het tekstgeraamte - nog meer doen om voorspellend te lezen?

Slide 9 - Open question

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Wat gaan we doen?
Voorbereiden op de leestoets

- les 3 opdracht 4 Tekst met vragen bespreken
- Aan de slag les 4 opdr 1 + 2
Bekend-Benieuwd-Bewaard


Slide 11 - Slide

Lesdoel:

Je weet hoe je een onderwerp en hoofdgedachte moet formuleren

Je kent drie extra strategieën voor grondig lezen (Naast signaalwoorden en verwijswoorden)

Je kunt deze strategieën inzetten.

Slide 12 - Slide

Gelukt in PLOT 26?
Les 3 Opdracht 4

Onderwerp= Een woord of woordgroepje dat aangeeft waar de tekst over gaat. GEEN ZIN

Hoofdgedachte = Een zin waarin duidelijk wordt waarover de tekst gaat. Samenvatting in een zin. Het ow verwerk je hier in. 

Slide 13 - Slide

Onderwerp
= woord of woordgroep

Slide 14 - Slide

Vertel in één zin wat de tekst over het onderwerp wil vertellen.
Let op:

Maak een echte zin.

Zorg dat het onderwerp voorkomt in je zin.

Iemand die de tekst niet heeft gelezen moet door jouw zin begrijpen waar het over gaat

Begin niet met 'Over' of 'Omdat' of 'dat'

Slide 15 - Slide

Bekend - Benieuwd - Bewaard
Verder met les 4 van Lezen (PLOT26)

Slide 16 - Slide

TIJDENS HET LEZEN
Je hebt al geleerd:

  •     verbanden tussen zinnen en alinea’s op te helderen door naar signaalwoorden te kijken.
  •     een tekst beter te begrijpen als je opheldert waar verwijswoorden naar verwijzen.

Er zijn nog meer dingen die je kunt doen tijdens het lezen. Daar gaan we deze les aan werken.

Slide 17 - Slide

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Wat gaan we doen?
Feedback e-mail bekijken

Kennis opfrissen: verwijswoorden

-Verder met Plot les 4
Bekend-Benieuwd-Bewaard


Slide 19 - Slide

E-mail
-Getallen tot twintig (en tientallen) schrijf je uit.
- Zorg voor duidelijke structuur.
- Onderwerp: geen zin
-afsluiting: Met vriendelijke groet, - witregel - naam


Slide 20 - Slide

Taalgebruik
Wees beleefd
Varieer in woordgebruik
Varieer in zinsbouw en -lengte

Slide 21 - Slide

Inhoud
Geef goede argumenten
Geef waar mogelijk voorbeelden
Denk mee (voorstel)

Slide 22 - Slide

VERWIJSWOORDEN

Slide 23 - Slide

Verwijswoorden...

Slide 24 - Slide

Maak een zin met de verwijswoorden 'ze', 'daar' of 'hij'/'zij'. Maak ook duidelijk wat het antecedent is. Dus eventueel twee zinnen schrijven.

Slide 25 - Open question

Aan de slag
In Teams vind je een opdracht om te oefenen met verwijswoorden. Ga net zo lang door tot je alles goed hebt. 

Opdracht Signaalwoorden al gemaakt?

Slide 26 - Slide

Vorige les begonnen met:
Les 4 alle opdrachten

Je bekijkt drie extra strategieën voor TIJDENS HET LEZEN 



Slide 27 - Slide

Welke drie strategieën (naast signaalwoorden en verwijswoorden bekijken) helpen nog meer om een tekst beter te begrijpen?

Slide 28 - Open question

Oefenen met grondig lezen

    'Geeltjes plakken' (= opmerkingen bij de tekst maken).
    Een schema of een tekening maken over de kern van de tekst.
    De structuur (= opbouw) van de tekst zichtbaar maken.

Slide 29 - Slide

Aan de slag
Lezen 3, les 4 
Afmaken

Gebruik  de geprinte tekst. 
STRUCTUUR Zichtbaar maken

Slide 30 - Slide

Huiswerk: 
Lezen 3, les 4 helemaal af.
+
Oefenen met verwijswoorden (zie teams)

Slide 31 - Slide