verbanden tussen zinnen en alinea’s op te helderen door naar signaalwoorden te kijken.
een tekst beter te begrijpen als je opheldert waar verwijswoorden naar verwijzen.
Er zijn nog meer dingen die je kunt doen tijdens het lezen. Daar gaan we deze les aan werken.
Slide 17 - Slide
Lekker lezen
timer
10:00
Slide 18 - Slide
Wat gaan we doen?
Feedback e-mail bekijken
Kennis opfrissen: verwijswoorden
-Verder met Plot les 4
Bekend-Benieuwd-Bewaard
Slide 19 - Slide
E-mail
-Getallen tot twintig (en tientallen) schrijf je uit.
- Zorg voor duidelijke structuur.
- Onderwerp: geen zin
-afsluiting: Met vriendelijke groet, - witregel - naam
Slide 20 - Slide
Taalgebruik
Wees beleefd
Varieer in woordgebruik
Varieer in zinsbouw en -lengte
Slide 21 - Slide
Inhoud
Geef goede argumenten
Geef waar mogelijk voorbeelden
Denk mee (voorstel)
Slide 22 - Slide
VERWIJSWOORDEN
Slide 23 - Slide
Verwijswoorden...
Slide 24 - Slide
Maak een zin met de verwijswoorden 'ze', 'daar' of 'hij'/'zij'. Maak ook duidelijk wat het antecedent is. Dus eventueel twee zinnen schrijven.
Slide 25 - Open question
Aan de slag
In Teams vind je een opdracht om te oefenen met verwijswoorden. Ga net zo lang door tot je alles goed hebt.
Opdracht Signaalwoorden al gemaakt?
Slide 26 - Slide
Vorige les begonnen met:
Les 4 alle opdrachten
Je bekijkt drie extra strategieën voor TIJDENS HET LEZEN
Slide 27 - Slide
Welke drie strategieën (naast signaalwoorden en verwijswoorden bekijken) helpen nog meer om een tekst beter te begrijpen?
Slide 28 - Open question
Oefenen met grondig lezen
'Geeltjes plakken' (= opmerkingen bij de tekst maken). Een schema of een tekening maken over de kern van de tekst. De structuur (= opbouw) van de tekst zichtbaar maken.