What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
K 3 Les 1
K 3 Les 1
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Duits
Secondary Education
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
K 3 Les 1
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Herzlich wilkommen!
Was machen wir heute?
Wortschatz
Wiederholen: modale Verben
Montagsmaler
Lernziel:
Du kannst die Wörter aus der Lernliste benutzen
Du kannst die modelane Verben im Präsens benutzen.
Slide 3 - Slide
Unterwegs
Welche Wörter brauchen wir?
Slide 4 - Slide
Wortschatz
Was?
Seite 98-98 Aufgabe 3-6
Wie?
allein oder zu zweit
Wie lange?
12 Minuten
Hilfe?
Schau ins Buch Seite 128
Fertig?
google classroom
timer
12:00
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat zijn Modalverben?
Dit zijn hulpwerkwoorden die in een zin een extra lading aan een ander werkwoord geven.
Ik kan goed schaatsen, ik moet werken, mag ik iets vragen?
In het Duits zijn dit de werkwoorden dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen en wissen.
Slide 7 - Slide
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
dürfen
mogen, toestemming hebben
weten
kunnen
aardig vinden
lusten
leuk vinden
willen
moeten
( wil ander)
moeten
( noodzaak)
moeten
( mening vragen)
Slide 8 - Drag question
mogen, toestemming
kunnen
houden van
moeten
moeten,zullen
willen
Slide 9 - Slide
Opdracht 1
Was weißt du noch?
Slide 10 - Slide
De tweede letter verandert in het enkelvoud naar welke letter?
dürfen, können, mögen
Dure konijnen mogen aaien
A
i
B
u
C
e
D
a
Slide 11 - Quiz
De tweede letter van het werkwoord müssen verandert in het enkelvoud ook.
Naar welke?
Mus uitlaten
A
a
B
u
C
i
D
e
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Opdracht 2
Zoek de goede vorm
Slide 14 - Slide
Warum ...... (können) du morgen nicht kommen?
A
könnst
B
kanst
C
kannst
D
kan
Slide 15 - Quiz
Wie lange ....... (dürfen) ihr bleiben?
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürftet
Slide 16 - Quiz
Weißt du, ob er Pizza ....... (mögen).
A
mag
B
magt
C
mög
D
mögt
Slide 17 - Quiz
Frau Bechinka, das ...... (können) Sie doch nicht machen.
A
kannen
B
können
C
konnen
D
könnt
Slide 18 - Quiz
Zoek de juiste vormen van het werkwoord
mögen
bij elklaar!
ich du er sie es wir ihr sie Sie
ich
du
er sie es
wir
ihr
sie Sie
magst
mag
mögen
mögen
mögt
mag
Slide 19 - Drag question
Was ________ ich tun?
(Meinung fragen)
A
muss
B
kann
C
soll
D
will
Slide 20 - Quiz
Kleine Kinder _______ gerne Schokolademilch.
mögen
Slide 21 - Open question
Er ________ keine Freunde sehen.
dürfen
Slide 22 - Open question
Was ______ ihr morgen machen?
wollen
Slide 23 - Open question
Ich ____ weg, denn der Zug fährt bald!
A
muss
B
soll
C
müsse
D
solle
Slide 24 - Quiz
Hoe goed begrijp je de grammatica van de modale werkwoorden?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 25 - Poll
Montagsmaler
Slide 26 - Slide
Hausaufgaben
Aufgaben noch nicht fertig?
Seite 96-98 Aufgabe 3-6
Wörter lernen:
Seite 128 bis
de hoek- die Ecke
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
More lessons like this
K 3 Les 1
November 2024
- Lesson with
32 slides
Duits
Secondary Education
3 K les 2 du3
November 2024
- Lesson with
28 slides
Duits
Secondary Education
K 3 Les 1 du 3
November 2024
- Lesson with
30 slides
Duits
Secondary Education
Modalverben
May 2022
- Lesson with
26 slides
Duits
Hoger onderwijs
Woche 5 HV9
September 2023
- Lesson with
24 slides
Duits
Secondary Education
Fährst du Ski?
February 2021
- Lesson with
15 slides
Duits
Secundair onderwijs
Woche 6 HV9
September 2024
- Lesson with
22 slides
Duits
Secondary Education
H2 Kapitel 2.4 Modale Verben herhaling
November 2020
- Lesson with
18 slides
Deutsch
Secondary Education