20/21 Fictie en gedicht week 10-1

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

H3 Fictie en gedicht

Slide 2 - Slide

Hoofdpersoon en bijfiguren

Slide 3 - Mind map

Wat zijn round characters?
A
Verhaalfiguren die geen invloed hebben op het verhaal.
B
Verhaalfiguren die hetzelfde blijven.
C
Verhaalfiguren met een onbelangrijke rol.
D
Verhaalfiguren die veranderen in de loop van het verhaal.

Slide 4 - Quiz

Wat is het verschil tussen een medespeler en een figurant?

Slide 5 - Open question

Vooropplaatsing
Bij een vooropplaatsing wordt een woord of woordgroep vóór in de zin geplaatst waardoor er de nadruk op valt.
Het vooropgeplaatste zinsdeel duld je later weer aan met een verwijswoord.

Slide 6 - Slide

"Deze foto. Ik had die liever niet geplaatst."
"De etterbak. Ik wil hem niet meer zien."

Slide 7 - Slide

Opsomming (enumeratie)
In een opsomming wordt een aantal feiten, meningen, namen en argumenten achter elkaar geplaatst,

Je bent een akelig, miezerig, vervelend en lelijk ventje.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Gelijk zinsverloop (parallellisme)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide