1 Het woord homo sapiens heeft maken met geheugen omdat alleen denkende mensen zich dingen kunnen herinneren.
2 Het woord geheugen heeft de maken met verhalen omdat je alleen verhalen kunt vertellen als je je iets herinnert.
3 Het woord homo sapiens heeft te maken met cultuur omdat cultuur alleen bestaat uit dingen die mensen bedenken.
4 Het woord geheugen heeft de maken met geschiedenis omdat er alleen geschiedenis kan bestaan als mensen zich iets herinneren.
5 Het woord verhalen heeft de maken met geschreven/ongeschreven omdat je voor verhalen geschreven bronnen nodig hebt.
6 Het woord cultuur heeft de maken met geschiedenis omdat geschiedenis gaat over dingen die mensen bedenken. en doen.
7 Het woord geschiedenis heeft de maken met geschreven/ongeschreven omdat je ongeschreven en geschreven bronnen kunt gebruiken om geschiedenis te maken.
8 Het woord cultuur heeft de maken met bron omdat bronnen overblijfselen zijn van vroegere culturen.
9 Het woord geschiedenis heeft de maken met betrouwbaar omdat je betrouwbare bronnen nodig hebt om goed geschiedenis te kunnen schrijven.
10 Het woord geschreven/ongeschreven heeft de maken met geschiedkundige omdat geschiedkundigen geschreven en ongeschreven bronnen gebruiken.