ruis

1 / 47
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

programma
Hoofdstuk 12 basisboek
theorie en opdrachtjes
tijd over? zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Je kan na deze les
-Het onderscheid tussen interne en externe ruis omschrijven
-Benoemen wanneer jij ruis ervaart
- Bewust van het verschil tussen waarnemen en interpretatie

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ruis?
Ruis  
Miscommunicatie 
De boodschap  komt niet goed over. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

MIScommunicatie

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Geef een Voorbeeld
externe ruis

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions

Voorbeelden
interne ruis

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Ruis... 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Oftewel communicatie en ruis

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Aan welke manier van communicatie kun je zien hoe het met iemand gaat?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Bij communicatie is er sprake van een
A
Boodschap
B
Ontvanger
C
Zender
D
Alle drie

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Bij ruis komt een boodschap niet goed over bij de ontvanger
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van verbale communicatie?
A
Kaj kijkt verdrietig tijdens de activiteit.
B
Maik stuurt een emoticon via WhatsApp naar Zigo.
C
Lisa steekt haar duim omhoog naar Mirthe.
D
Xavier mailt naar Courteney dat hij aanwezig is bij de activiteit.

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Waar is jouw uitstraling een onderdeel van?
A
Verbale communicatie.
B
Non-verbale communicatie.
C
Mondelinge communicatie.
D
Schriftelijke communicatie

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitspraak over lichaamstaal is juist?
A
Je kunt met lichaamstaal goed verbergen hoe je je echt voelt.
B
Lichaamstaal is lastig te interpreteren.
C
Je lichaamstaal laat zien hoe je je voelt.
D
Lichaamstaal is voor iedereen anders

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van interne ruis?
A
Een krakende telefoonverbinding.
B
Geluid door een tv die aanstaat.
C
Een vliegtuig vliegt laag over.
D
Slechte concentratie doordat je verdrietig bent.

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Interne ruis
  • Ruzie thuis
  • Je voelt je niet lekker
  • Je bent boos
  • Je bent zenuwachtig
Externe ruis
  • Geluid van een radio
  • Geluid van een vliegtuig
  • Mensen die om je heen zitten te praten
  • Weg werkzaamheden

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Ruis voorkomen?
Om ruis zo veel mogelijk te voorkomen is het belangrijk dat je steeds controleert of de ander echt heeft begrepen wat jij bedoelde te zeggen. 
Je doet dit door controle vragen te stellen.  
1. Bedenk een vraag die je zou kunnen stellen.
Meta communicatie kun je ook toepassen om ruis te voorkomen of te beperken. 

Slide 36 - Slide

bijvoorbeeld “Is het duidelijk wat ik bedoel? Of "Heeft u nog iets van mij nodig?”. Op die manier kom je erachter of jouw boodschap wel of niet duidelijk was. Dit verbetert het communicatieproces tussen jou en de cliënt of het netwerk van de cliënt. Helaas gebeurt dit aak te weinig waardoor onnodig communicatiestoornissen ontstaan. Je kunt ook metacommuniceren over de ruis die je ervaart. "Ik heb het gevoel dat je er niet helemaal bij bent met je gedachten omdat je wordt afgeleid door je telefoon. Klopt dat?"
Geef een voorbeeld vraag van een controle vraag om ruis te beperken/ te voorkomen

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Waarnemen versus interpreteren

  •  Wat is een waarneming?
  • wat is objectief en subjectief.
  • wat is interpreteren.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Observeren is hetzelfde als waarnemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Wat is waarneembaar gedrag?
A
Gedrag wat je denkt
B
Gedrag wat je hoopt te zien
C
Gedrag wat je ziet
D
Gedrag objectief

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Wat is subjectief waarnemen?
A
Alleen de feiten opschrijven
B
Mijn mening en gedachten opschrijven

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Waarnemen doe je met je ...
A
zenuwstelsel
B
hersenen
C
zintuigen
D
ogen, oren, neus, mond en huid

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Waarnemen/interpretatie
  • Theo is een agressieve kerel.
  • Jenny ging maandag een uur met lunchpauze.
  • Herman was onzeker tijdens zijn presentatie.
  • Mijn zoontje vindt die film heel saai.
  • Ans vroeg niet naar mijn mening tijdens de vergadering.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Video

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting:
Hoe vond je de les?

Slide 47 - Open question

This item has no instructions