belastingrecht les 2 2022

• rechten
• MBO
• Studiejaar 2

Wat gaan we doen vandaag

Vandaag gaan we kijken naar verschillende manieren waarop je belastingen kunt onderscheiden van elkaar

Eerst nog even terug naar vorige week

Wat hadden we vorige week nu al behandeld?

• we hadden het gehad over waarom we belastingen betalen
• op welke verschillende manieren er op belastingen gereageerd kan worden naast het betalen ervan, nl: belasting ontgaan, ontwijken en ontduiken
• en we hebben vastgesteld wanneer je nu kunt spreken van een belasting

wat waren de 4 voorwaarden nu ook al weer om te kunnen spreken van een belasting ?

Odis gaat verhuizen van Eindhoven naar Hamont, net over de grens in Belgie, omdat dit vooral fiscaal gunstiger is.

1. belastingontwijking
2. belastingontduiking
3. belasting ontgaan

Je hebt een VOG nodig voordat je een contract kan tekenen, dit omdat je nieuwe werkgever zeker wil weten dat er niks met je aan de hand is. Je gaat dus naar de gemeente en vraagt deze verklaring tegen betaling aan.

1. belasting
2. geen belasting

Welke belasting is nu direct en welke indirect?

Directe belastingen:                                                                                                                                                             dus zelf  betalen

• Loonbelasting (per maand) aangifte
• Inkomstenbelasting (per jaar)
  
• Vennootschapsbelasting
  
• Dividendbelasting (winst op aandelen) aangifte
  
• Kansspelbelasting (loterij, prijzen) aangifte
  
• Erf-/schenkbelasting
  

Indirecte belastingen:                                                                                                                                                   betalen via doorberekenen

• Omzetbelasting (BTW-systeem 0%, 6%, 21%)
  
• Accijns (tabak, alcohol, minerale oliën)
• Verbruiksbelasting (alcoholvrije dranken)
  
• Invoerrechten
  
• BPM (belasting personenauto’s en motorrijwielen)
  

Oefeningen

We gaan oefenen met de 2 hiervoor besproken manieren waarop je belastingen kunt onderscheiden. 

We gaan dus vaststellen welke belasting door welke instantie wordt geheven én of we te maken hebben met een directe of indirecte belasting

De laatste manier waarop we belastingen kunnen onderscheiden, namelijk in aanslag- en aangiftebelastingen, doen we volgende week.

Welke instantie heft de onroerendzaakbelasting?

Welke instantie heft de opcenten?

1. rijk
2. provincie
3. gemeente
4. waterschappen

Wie heft de vennootschapsbelasting?

1. rijk
2. provincie
3. gemeente
4. waterschappen

Kun je een directe belasting doorberekenen aan een ander?

1. ja
2. nee

Wat is juist?
1. Indirecte belastingen kunnen worden geheven over je inkomen
2. Van directe belastingen word je zelf niet armer

1. 1 en 2 zijn juist
2. 1 en 2 zijn onjuist
3. 1 is juist 2 is onjuist
4. 1 is onjuist 2 is juist

Waarover worden directe belastingen geheven? Noem ze alle 3!

Inkomstenbelasting is een indirecte belasting

1. juist
2. onjuist

Omzetbelasting is een indirecte belasting

1. juist
2. onjuist

Kansspelbelasting is een indirecte belasting

1. juist
2. onjuist

Invoerrechten zijn een indirecte belasting

1. juist
2. onjuist

Erfbelasting is een indirecte belasting

1. juist
2. onjuist

Verbruiksbelasting (belasting op frisdranken) is een indirecte belasting

1. juist
2. onjuist

assurantiebelasting is een directe belasting

1. juist
2. onjuist

Rioolheffing wordt geheven door?

1. rijk
2. provincie
3. gemeente
4. waterschappen

Toeristenbelasting is een indirecte belasting

1. juist
2. onjuist