1.1. en 1.2 lezen

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands lezen H1

Inhoud deze les

1.1: onderwerp en hoofdgedachte

1.2: doel en publiek

Onderwerp tekst

• Schrijf je vaak in één of een paar woorden op (geen werkwoorden!) 

Onderwerp tekst bepalen

• Afbeeldingen bekijken
• Titel en tussenkopjes lezen
• Inleiding (1e alinea) lezen
• Beantwoord vraag: waar gaat de tekst over?

00:00

Als hier een krantenbericht over geschreven wordt. Wat is dan het onderwerp van de tekst?

Krantenbericht

Hoofdgedachte

• Belangrijkste in één zin --> hoofdgedachte
• Wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd?
• Vaak inleiding of slot

De beste hoofdgedachte van de tekst is:

1. Romano Fenati wordt ontslagen
2. Motorcoureur Fenati ontslagen wegens incident
3. Motorcoureur Fenati wordt ontslagen.

Samenvattend

Onderwerp = waar gaat tekst over in één of enkele woorden

Hoofdgedachte = wat is het belangrijkste wat over het onderwerp gezegd wordt.

De vijf tekstdoelen zijn: informeren, activeren, overtuigen, amuseren en instructie geven.

1. Niet waar
2. Waar

Mats schrijft een tekst waarom de eerste film van Harry Potter de leukste film is.
A= overhalen B= overtuigen
C= informeren D= amuseren

1. overhalen
2. overtuigen
3. informeren
4. amuseren

een strip van Suske en Wiske lezen heeft als doel....
A=leren lezen B= amuseren
C= overtuigen D= informeren

1. Leren lezen
2. amuseren
3. overtuigen
4. informeren

een advertentie in een tijdschrift over een vakantie in Spanje heeft als doel...…
A= amuseren B=informeren
C= overtuigen D= overhalen

1. amuseren
2. informeren
3. overtuigen
4. overhalen

een artikel in de krant heeft als doel...…
A=overtuigen B=amuseren
C=informeren D=overhalen

1. overtuigen
2. amuseren
3. informeren
4. overhalen

Welke twee tekstdoelen passen het best bij dit filmpje?

1. Informeren en amuseren
2. Amuseren en overhalen
3. Informeren en overtuigen
4. Overtuigen en amuseren

Aan de slag met 1.1 en 1.2

Hoe ga je aan de slag? Oranje/rood

Hoe ga je aan de slag? lichtgroen/donkergroen