H5 - TH1 - BS6

H5 - T1: Stofwisseling in de cel 
BS6 - Intensiteit van de stofwisseling
Tekst
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 41 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H5 - T1: Stofwisseling in de cel 
BS6 - Intensiteit van de stofwisseling
Tekst

Slide 1 - Slide

Leerdoelen BS6
Na deze les kun je:
  • de voorwaarden voor het fotosyntheseproces in planten benoemen.

Slide 2 - Slide

Begrippen BS6
basale stofwisseling
intensiteit van de stofwisseling
intensiteit van de fotosynthese
beperkende factor

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat zijn factoren die deze processen niet optimaal laten verlopen?

Slide 5 - Slide

Wat zijn factoren die deze processen niet optimaal laten verlopen?
= beperkende factor

Slide 6 - Slide

assimilatie en dissimilatie
assimilatie = aan elkaar
dissimilatie = distance = los van elkaar

Slide 7 - Slide

Beperkende factor
De factor die de snelheid van een proces bepaalt.

Als ik meer toevoeg (licht, warmte, mineralen) dan verlopen processen sneller (beweging, reacties, groei) 

Slide 8 - Slide

hoe kunnen we die beperkende factoren terugzien bij de processen besproken in dit hoofdstuk.. 

Slide 9 - Slide

de beperkende factor bij:
assimilatie 
dissimilatie

Slide 10 - Slide

de beperkende factor bij: assimilatie 
wat heeft een plant nodig voor koolstof assimilatie?? 

Slide 11 - Slide

de beperkende factor bij: assimilatie 
wat heeft een plant nodig voor koolstof assimilatie?? 


elke factor kan het proces beperken....

Slide 12 - Slide

de beperkende factor bij: assimilatie 
wat heeft een plant nodig voor koolstof assimilatie?? 
CO2 + H2O + licht

maar ook:
O2 en de geproduceerde koolhydraten 
als ze niet goed weg kunnen

Slide 13 - Slide

Beperkende factor
In grafiek hiernaast. 
Gemeten CO2 opname door een plant bij verschillende hoeveelheden licht. 

Beperkende factor bij Q? 
En bij R?

Slide 14 - Slide

Beperkende factor
De factor die de snelheid van een proces bepaalt.

Als ik meer toevoeg (licht, warmte, mineralen) dan verlopen processen sneller (beweging, reacties, groei) 

Slide 15 - Slide

de beperkende factor bij:
assimilatie 
dissimilatie

Slide 16 - Slide

Wat is het meest efficiënte dissimilatie proces? 
aerobe dissimilatie 

-> dus anaerobe = zonder zuurstof is beperkt

Slide 17 - Slide

Wat is het meest efficiënte dissimilatie proces? 

Slide 18 - Slide

aerobe dissimilatie
aeroob = met zuurstof
grootste deel in mitochondriën
volledige afbraak van glucose
komt veel energie vrij: 36 ATP
nodig: zuurstof
afvalproduct: koolstofdioxide

Slide 19 - Slide

Anaerobe dissimilatie 
anaerobe = zonder zuurstof
in cytoplasma! 
glucose wordt niet  volledig afgebroken
er komt per glucose molecuul minder 
energie vrij (maar 2 ATP)!!

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

maar let op!! 
verschil warmbloedige dieren en koudbloedige dieren! 

Slide 25 - Slide

Intensiteit stofwisseling

Warmbloedige dieren hebben constante lichaamstemperatuur.

Koudbloedige hebben lichaamstemperatuur gelijk aan omgeving.

Basale stofwisseling is ondergrens.

Slide 26 - Slide

Intensiteit stofwisseling
Je weet:
- stofwisseling is omzetten van een stof in een andere.
- enzymen versnellen reacties

Deze kennis gebruik je in deze paragraaf.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

hoe werkt de beperkende factor:
temperatuur?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Enzymen
zijn temperatuur gevoelig!!

Slide 31 - Slide

Enzymen
bij kou:
minder reactie door dat moleculen minder bewegen

bij warmte :
enzymen denatureren

Slide 32 - Slide

Enzymen
Door enzymen kunnen wij, bij lage temperaturen, stoffen afbreken (dissimilatie) of opbouwen (assimilatie).

Enzymen zijn eiwitten.


Slide 33 - Slide

Enzymen
In je speeksel zit een enzym voor afbraak zetmeel, namelijk ..??.. (BINAS). 

Als deze in botsing komt met zetmeel knipt enzym zetmeel op in ..??.. (BINAS!)

Slide 34 - Slide

Enzymen
Enzymen hebben een optimum temperatuur (en zuurgraad).

Waarom gaat het langzamer bij een hogere/lagere temperatuur/zuurgraad?





Slide 35 - Slide

en dan nu een vraagje om het toe te passen...

Slide 36 - Slide

Intensiteit stofwisseling
Ik heb 4 organismen, elk in afgesloten bak.  Ze kunnen niet bewegen. 

Ik meet van hen ieder uur hoeveel CO2 zij uitstoten.

- Teken in een grafiek hoeveel CO2 zij produceren ieder uur. 

1: Egel
2: Kikker
3: Kamerplant

Slide 37 - Slide

Intensiteit stofwisseling
Waarom kan de kikker in de nacht niet erg actief zijn?

Waarom kan de kamerplant in de nacht geen fotosynthese doen?
1: Egel
2: Kikker
3: Kamerplant

Slide 38 - Slide

huiswerk: 
opdracht 60 t/m 67 (NIET opdracht 64, 66, 67)
leer alles alvast eens een keer

volgende les:
- voorlopig laatste (?) over stofwisseling
- start voorbereiding voor SE1 

Slide 39 - Slide

Beperkende factor
De factor die de snelheid van een proces bepaalt.

Als ik meer toevoeg (licht, warmte, mineralen) dan verlopen processen sneller (beweging, reacties, groei) 

Slide 40 - Slide

Beperkende factor
In grafiek hiernaast. 
Gemeten CO2 opname door een plant bij verschillende hoeveelheden licht. 

Beperkende factor bij Q? 
En bij R?

Slide 41 - Slide