H4.3 - kijken en luisteren - discussies 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

BOGGLE

KIJKEN EN LUISTEREN

Discussiëren kunnen we allemaal. 

Maar hoe doe je dit nóg beter?

Bekijk het instructiefilmpje. 

Schrijf de kernwoorden op. 

(Wat is belangrijk om te onthouden over discussiëren?)

KIJKEN EN LUISTEREN

Je gaat straks een auditie voor IDOLS bekijken. 

Schrijf in steekwoorden op wat jouw mening is over deze auditie. 

Onderbouw je mening met een argument. 

KIJKEN EN LUISTEREN

We kijken het fragment af. 

Wie van de juryleden had ongeveer dezelfde mening als jij?

Is jouw mening veranderd door de meningen van de juryleden?

Aan welke mening hechten de meest mensen waarschijnlijk de meeste waarde?

• Martijn
• Jamai
• Eva
• Een klasgenoot

AFSLUITEN

WIE BEN IK?

Raad door goede vragen te stellen wie ik ben...

Of iemand anders uit de klas...

EEN BALLON-DEBAT

DE WERELD VERGAAT!!!

De laatste overlevenden van Nederland kunnen zich redden in een luchtballon. Maar komen steeds dichter bij de Alpen en de ballon kan niet hoog genoeg...

Omdat we de Nederlandse cultuur niet verloren willen laten gaan, moet iemand uit de ballon...

Wie blijft en wie moet eruit?

EEN BALLON-DEBAT 

Er zitten 5 mensen in de ballon. WIE?

Schrijf een bekende Nederlander op die iedereen hier in de klas kan kennen. 

EEN BALLON-DEBAT - ronde 1

We maken 5 groepjes. Ieder groepje krijgt een naam van een bekende Nederlander die in de ballon zit. 

1- Bedenk samen minstens 3 redenen waarom het belangrijk is dat deze persoon de wereldramp overleeft. 

Schrijf deze dingen in steekwoorden op.

 

2- Iemand van jullie moet dit persoon 'verdedigen' tegenover de klas. Je houdt een speech van 1 minuut. Het doel? IN DE BALLON BLIJVEN!

Na de speeches stemt de klas wie er in de ballon mag blijven.

EEN BALLON-DEBAT 

En de verliezer is....

EEN BALLON-DEBAT - ronde 2

Er zijn nog 4 mensen over, maar helaas...

Er moeten nóg 2 personen overboord.

Bedenk deze keer met je team wie je uit de ballon wilt hebben! 

Opnieuw bereid je een speech van 1 minuut voor met je team. 

Na de speeches stemt opnieuw de klas: 

wie moet er UIT de ballon? 

EEN BALLON-DEBAT 

En de winnaars zijn...

INSTRUCTIE

VERWIJSWOORDEN: Gebruik jij ze goed?

• Zelf verwijswoorden toepassen  
• In groepjes van 3 of 4
• In de klas
• Interactief met een Spinning Wheel

Nodig

• schrijfblad + pen
• Verwijswoorden

Welke verwijswoorden kennen we?

Kader: bezittelijke voornaamwoorden.

Mavo: andere verwijswoorden. 

👨‍🏫 Volgorde van de les

1- STILLEZEN (10 minuten)

2- HUISWERK (5 minuten)

3- INSTRUCTIE (5 minuten)

4- SAMENWERKEN (10 min)

5- EXIT-TICKET

👨‍🏫 Volgorde van de les

1- STILLEZEN (10 minuten)

2- HUISWERK (5 minuten)

3- INSTRUCTIE (5 minuten)

4- SAMENWERKEN (10 min)

5- EXIT-TICKET

Heb jij jouw spullen op orde?

• boek, laptop, schrift, pen/potlood mee
• het huiswerk gemaakt

SCHRIJF EEN DOORGEEFVERHAAL

☝ Belangrijke mededelingen

-

Iedereen werkt stil.

Vragen stellen door vinger opsteken.

Vragen stellen aan klasgenoten.

1. Schrijf een zin op over iets dat je vandaag NIET wil doen.
2. Schrijf een vervolgzin op met het eerst verwijswoord. 
3. Geef het blad door aan de persoon rechts van jou. 
4. Lees de zinnen. 
5. Schrijf een nieuwe zin op met het volgende verwijswoord. Het moet wel een beetje een logisch verhaal worden...
6. Lees de zinnen en schrijf een nieuwe zin op met het volgende verwijswoord.
7. Herhaal stap 3 t/m 5 

BIJNA KLAAR...

ONDERSTREEP NU DE VERWIJSWOORDEN IN JOUW VERHAAL. 

Zijn ze goed gebruikt? 

Wat zit er in het pakketje??

Raadsel

Er ligt een dode man in een grasveld met naast hem een pakketje. 

Als het pakketje open was geweest, dan was de man niet dood gegaan. 

Maar omdat het pakketje nog dicht is, is de man gestorven.

 

Wat zit er in het pakketje??

Raadsel

Een parachute!

Hoeveel?

Raadsel

Onderweg naar de winkel liep ik een vrouw tegemoet. Deze vrouw had 2 rugzakken, met in elke rugzak 3 katten, met elk 3 kittens. Katten en mensen bij elkaar, hoeveel liepen er naar de winkel?

 

Hoeveel?

Raadsel

Alleen ík ging naar de winkel. 

De vrouw met de katten liep me tegemoet en ging dus de andere kant op!