Werkwoordspelling week 36 HV2

Welkom klas 
werkwoordspelling
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom klas 
werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Vandaag

Werkwoordspelling

  1. 10 min stil lezen.
  2. 30 min zelfstandig werken in LessonUp: theorie en opdrachten (gedeeld via bestanden Teams). Alle opdrachten (in totaal 5) maken. Ben je klaar? Dan maak je de oefentoets (Teams). Ben je klaar? Dan maak je de opdrachten van H 27. 
  3. 10 min keuze: bordspel werkwoordspelling in groepjes van vijf of boekenlegger. 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 

1. Je weet hoe je een werkwoord in de verleden tijd vervoegt.
2. Je weet hoe je een werkwoord als voltooid deelwoord schrijft.
3. Je weet het verschil uit te leggen tussen sterke en zwakke werkwoorden. 

Slide 3 - Slide

Stil lezen......
......en dan is het echt stil!

timer
10:00

Slide 4 - Slide

Herhaling vorige les

We zijn met de werkwoordspelling in de tegenwoordige tijd aan de slag gegaan. 




Slide 5 - Slide

Wat is het verschil tussen de stam en de ik-vorm en geef een voorbeeld.

Slide 6 - Open question

Wat voor soort woord is de persoonsvorm altijd?

Slide 7 - Open question

Welke drie manieren zijn er om de persoonsvorm te vinden en geef voorbeelden.

Slide 8 - Open question

Nog even dit
  • Belangrijk: we gaan respectvol met elkaar om en luisteren als iemand aan het woord is. 
  • Telefoon in de telefoontas.
  • Geen kauwgom of eten tijdens de les.
  • Geen jassen in het lokaal. 
  • Geen andere dingen doen op de iPad, zoals spelletjes. 

Voor Nederlands heb je nodig. Deze spullen heb je altijd bij je!
  1. Lesboek
  2. Schrift en pen
  3. Leesboek
  4. iPad
  5. Oortjes

Slide 9 - Slide

Aan de slag

Gebruik het beslisschema op de volgende dia bij de opdrachten. 

Lees de theorie op de volgende dia's goed door. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Zwakke werkwoorden VT
In de volgende dia wordt uitgelegd hoe je zwakke werkwoorden in de verleden tijd vervoegt. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Voltooid deelwoord

Bekijk de instructievideo in de volgend dia (met je oortjes in). Deze video legt uit wat het voltooid deelwoord is en hoe je dat kunt vinden. 

Lees daarna de dia met theorie over het voltooid deelwoord. 




Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Aan de slag

Maak opdracht 4 t/m 5 van het gedeelde bestand in Teams: 
Theorie en opdrachten werkwoordspelling

Ben je klaar? Dan mag je de oefentoets maken (in je schrift). Zie Teams bij bestanden. 
De volgende les kijken we deze na. 

Ben je klaar? Dan mag je de opdrachten van H27 maken. 

Check nu je lesdoelen op de volgende dia's. 

Slide 19 - Slide

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Geef op de onderstaande vragen antwoorden in de daaropvolgende dia's. 

Noem van de volgende werkwoorden de hij-vorm in tegenwoordige tijd: proeven, lopen, vinden.
Noem van de volgende werkwoorden de hij-vorm in verleden tijd: antwoorden, verhuizen. 
Wat is het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord? Noem een voorbeeld. 
Leg uit hoe de regels van 'T SeXy FoKSCHaaP werken bij het voltooid deelwoord. 

Slide 20 - Slide

Wat is het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord? Noem van beide een voorbeeld.

Slide 21 - Open question

Noem van de volgende werkwoorden de hij-vorm in tegenwoordige tijd: proeven, lopen, vinden.

Slide 22 - Open question

Noem van de volgende werkwoorden de hij-vorm in verleden tijd: antwoorden, verhuizen.

Slide 23 - Open question

Leg aan de hand van een voorbeeld uit hoe de regels van 'T SeXy FoKSCHaaP werken bij het voltooid deelwoord.

Slide 24 - Open question

Laatste 10 min: keuze
Je maakt een boekenlegger, kleurtjes en het format liggen voorin de klas. 

Of je gaat in groepjes van 5 het bordspel werkwoordspelling doen, zie volgende dia voor uitleg. 

Slide 25 - Slide

Bordspel werkwoordspelling
Eén iemand van jullie groepje pakt een bordspel met pionnen en dobbelstenen. 
Punten bijhouden op een blaadje. 

Slide 26 - Slide

Hoe ging deze les?

Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les? Ging het beter dan de vorige keer?

Heeft iemand vragen?

Slide 27 - Slide

Volgende les


  • Uitleg opdracht fictie: boekendoos of lapbook.
  • We gaan verder met werkwoordspelling.
  • We kijken de oefentoets na als iedereen 'm heeft gemaakt. 

Slide 28 - Slide