Woche 40

H2e Duits, Woche 40
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

H2e Duits, Woche 40

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Beginopdracht


Maak Aufgabe 1 op S. 168.
Zoek per zin naar het onderwerp en vervoeg daarbij het werkwoord in de kantlijn.

Slide 3 - Slide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Herhaling grammatica Kapitel 1
Training Kapitel 1
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Laatste vragen
Challenge 
Kapitel 1 + 2 
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Stencil met opdrachten afmaken
Training Kapitel 2
Enquete

Slide 4 - Slide

Training Kapitel 2
Aufgabe 2, S. 168:
Schrijf bij elk woord het juiste lidwoord: der, die, das of die (mv)

Aufgabe 3, S. 168: 
Schrijf de rangtelwoorden op in letters (dus bijv: 18. = achtzehnte)

Klaar? = woordjes leren (Kapitel 1 + 2) of grammatica (Kapitel 1 + 2) 

Slide 5 - Slide

Beginopdracht
In onderstaand verhaaltje missen de hoofdletters. Welke woorden moeten met een hoofdletter? Schrijf die in je schrift.

in deutschland wohnen viele menschen in städten. ich selbst wohne in der stadt münchen. mein name ist hanna. ich bin 14 jahre alt und habe zwei geschwister. mein kleiner bruder heißt jonathan und meine große schwester klara. wir haben ein großes haus in der nähe von unserer schule. 
ich finde es toll, dass es im januar in münchen immer schnee gibt. auch habe ich dann geburtstag.

Slide 6 - Slide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Herhaling grammatica Kapitel 1 + 2
Training Kapitel 1 + 2
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Nakijken Training Kapitel 1 + 2
Challenge Kapitel 1 + 2
Quizlet tests
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Stencil met opdrachten afmaken
Training Kapitel 2

Slide 7 - Slide

Grammatik C
Voor de toets:
- ken je de betekenissen
van de vraagwoorden in 
het Duits

- kun je zinnen met 
vraagwoorden maken
wie
hoe
was
wann
wo
waarvandaan
waarheen
waarom

Slide 8 - Slide

Grammatik E
Voor de toets:
- ken je de betekenissen
van haben en sein
- ken je de persoonlijke
voornaamwoorden
- kun je haben & sein 
vervoegen
bin
du
hat
wir
seid
haben
volt. dw.

Slide 9 - Slide

Getallen
Voor de toets:
- weet je hoe een getal opgebouwd is (eenheid + und + tiental)
- ken je de Duitse vertalingen van de getallen 1 t/m 20

Vertaal: 1, 5, 7, 9, 12, 16, 20.

Slide 10 - Slide

Training Kapitel 1
Aufgabe 1, S. 166:
Zet in elke zin het juiste vraagwoord.

Aufgabe 2, S. 166: 
Maak goedlopende zinnen. Let erop dat het ow + pv bij elkaar passen.

Aufgabe 3, S. 166:
Vertaal de zinsdelen tussen haakjes.

Slide 11 - Slide

Beginopdracht
Vertaal:
Versie A
Versie B
de letter
de vriend
de hoofdstad
het eiland
er is / er zijn
in de buurt
aardig
nu
misschien
saai

Slide 12 - Slide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Nakijken Training Kapitel 2
Herhaling grammatica Kapitel 1
Training Kapitel 1
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Nakijken Training Kapitel 1
Laatste vragen
Challenge 
Kapitel 1 + 2 
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Stencil met opdrachten afmaken
Training Kapitel 2

Slide 13 - Slide

Challenge Kapitel 1
- Aufgabe 1, S. 167: 
Bedenk zelf 5 vragen voor Die Lochis.
- Aufgabe 2, S. 167: 
Geef antwoord op de vragen. Schrijf de getallen in letters.
- Aufgabe 3, S. 167: Schrijf de getallen in letters.
Challenge Kapitel 2
- Aufgabe 1, S. 169:
Vertaal de zinsdelen tussen haakjes. De werkwoorden heb je geleerd voor dit hoofdstuk.
- Aufgabe 2, S. 169: 
Kruis aan of de woorden m (=mnl.), w (=vrl.) of s (=onz.) zijn en geef de reden.

Slide 14 - Slide