M&M Arm en Rijk leerjaar 1
1 / 32
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Peper is een specerij
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quiz
Zout is een specerij
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quiz
Kaneel is een specerij
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
Noodmuskaat is een specerij
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Welk land lukte het als eerste de specerijen te bemachtigen?
A
Spanje
B
Portugal
C
Italië
Slide 6 - Quiz
Via welk deel gingen de Italianen naar het Oosten?
A
Het westen
B
Het midden oosten
C
Het noorden
Slide 7 - Quiz
Via welke kant dacht Columbus Indië te bereiken?
A
Het westen
B
Het midden oosten
C
Het noorden
Slide 8 - Quiz
Welk werelddeel kwam Columbus aan, waarvan hij dacht dat het Indië was (1 woord)?
Slide 9 - Open question
Uit welk land kwam de ontdekkingsreiziger Hernan Cortés, die het Azteekse rijk wilde veroveren?
A
Portugal
B
Spanje
C
Italië
Slide 10 - Quiz
Hoe noemen we een gebied overzee dat wordt geregeerd door een Europees land (1 woord)?
Slide 11 - Open question
Wat zijn Conquistadores?
A
Ridders
B
Grootgrondbezitters
C
Machthebbers
D
Veroveraar
Slide 12 - Quiz
Mensen die gehaald werden uit Afrika om het zware werk te doen (1 woord in meervoud)?
Slide 13 - Open question
De eerste groep (veel macht)
Tweede groep (veel grond en rijk, weinig macht)
Derde groep
Vierde groep (arm en geen macht)
Inheemse bevolking
Spanjaarden met gemengde afkomst
Spanjaarden geboren in Spanje
Creolen (Spanjaarden geboren in de kolonie)
Slide 14 - Drag question
Kleding
A
Primaire behoefte
B
Secundaire behoefte
Slide 15 - Quiz
Auto
A
Primaire behoefte
B
Secundaire behoefte
Slide 16 - Quiz
Eten
A
Primaire behoefte
B
Secundaire behoefte
Slide 17 - Quiz
Telefoon
A
Primaire behoefte
B
Secundaire behoefte
Slide 18 - Quiz
Er zijn niet voldoende productiemiddelen om in alle behoefte te voorzien. Hoe noemen we dat in de economie (1 woord)?
Slide 19 - Open question
Hoe heten de keuzes die voorrang hebben (1 woord meervoud)?
Slide 20 - Open question
Het aanschaffen van goederen om in de eigen behoefte te voorzien (1 woord).
Slide 21 - Open question
Het maken van goederen of diensten (1 woord).
Slide 22 - Open question
Je koopt jouw eten bij de supermarkt. Jij bent aan het....
A
Consumeren
B
Produceren
Slide 23 - Quiz
De kapper knipt jouw haar. De kapper is aan het....
A
Consumeren
B
Produceren
Slide 24 - Quiz
Jij krijgt advies van een bedrijf en je betaalt daarvoor. Jij bent aan het...
A
Consumeren
B
Produceren
Slide 25 - Quiz
Welke 4 productiefactoren zijn er?
Slide 26 - Mind map
Welvaart
Welzijn
De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien
De mate waarin je behoeften worden voorzien zonder schaarste middelen
Slide 27 - Drag question
In welke periode brachten slavenhandelaren ongeveer 5 miljoen mensen uit Afrika naar Brazilië
A
1500 - 1600
B
1500 - 1700
C
1500 - 1900
D
1500 - 2000
Slide 28 - Quiz
Hoe wordt het Amazonegebied ook wel genoemd (5 woorden)
Slide 29 - Open question
Exploitatiekoloniën
Vestigingskoloniën
Gebieden waar zich veel Europeanen vestigden
Kleine handelsposten
Slide 30 - Drag question
Hoe noemen we het als iemand oneerlijk gebruik maakt van zijn macht of positie (1 woord)
Slide 31 - Open question
Wat betekent mechanisatie?
A
Het bouwen van een nieuw mechanisme
B
Vervangen van de mensen door machines
