2425 H5 lundi 16 décembre

2425 H5 lundi 16 décembre
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2425 H5 lundi 16 décembre

Slide 1 - Slide

H5 Bonjour!
* Ga rustig zitten op je eigen plaats
* Pak je spullen:
     agenda, pen, chromebook, boeken, schrift
* Zet je tas op de grond naast je tafel

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Lesdoelen
In deze les 
  • Luistertoetsen oefenen in Woots
  • Oranje Reader Roméo et Juliette
  • Wat heb je nog nodig voor
    - MO Littérature
    - Kijk- en Luistertoets CIto

Slide 4 - Slide

Kijk- en luistertoets 24-1-2025
in Woots:
5 complete K+L-toetsen Havo 5 klaar
(vanaf vandaag tot 24 januari)

in Classroom
de uitgeschreven teksten van die toetsen 

Slide 5 - Slide

Wat nog nodig?
Havo 4
P'tit Libé: Le succès du rap + 2x eigen titel
Chanson: Roméo kiffe Juliette
Havo 5
-Oscar et la Dame Rose
-Littérature Amour (oranje reader) 4 delen met teksten + chansons
-4xchanson:
Je veux-Zaz
Ca va bcp trop vite-Bigflo&Oli
2x eigen titel (1 voor en 1 na 2000)

Slide 6 - Slide

Roméo et Juliette

Slide 7 - Slide

Oranje Reader
p. 30,31  - 21ème sciècle
p. 33 Opdrachten bij - Gérard Presgurvic: Roméo et Juliette

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Opdrachten
1a-b
1a gezongen door 2 personen
1b Romeo en Julia
1c eigen antwoord

2a
2a Voorbeeld: Verliefdheid geeft je als het ware vleugels.
2b
2b Voorbeeld: Door verliefdheid word je helemaal warm van binnen.

Slide 10 - Slide

Opdrachten 3a t/m 3g
  • 3a ce qu'il y a de plus beau
  • 3b rester vivant
  • 3c ce qu'il y a de plus grand
  • 3d plus fort que tout
  • 3e donner le meilleur de nous
  • 3f -
  • 3g donner un sens à sa vie

Slide 11 - Slide

Opdrachten 5 - 5
voorbeelden van vragen tijdens MO
Eigen mening - onderbouw die wel goed - leg uit waarom

Slide 12 - Slide

Ho ho ho, bientôt Noël!

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Quiz de Noël

Slide 15 - Slide

Wat betekent:
le sapin?
A
het konijn
B
de maretak
C
de kerstboom
D
de kerstman

Slide 16 - Quiz

Wat betekent:
la neige?
A
de sneeuw
B
de regen
C
de kerstboom
D
de kerstman

Slide 17 - Quiz

Wat betekent "le nouvel an"?
A
verjaardag
B
nieuwjaar
C
ster
D
licht

Slide 18 - Quiz

vocabulaire-1
Noël                     = kerst                                 la neige        =de sneeuw
le renne             =het rendier                      la lumière    =het licht           
le gui                   = de maretak                    l'étoile           = de ster      
les chansons  = de liedjes                        le nouvel an=nieuwjaar 
le sapin             = de kerstboom               l'hiver             =de winter
un arbre           = een boom                        la bougie      = de kaars








C’est pourquoi daarom
Sans zonder
Assez genoeg, tamelijk

les décorations
le sapin
la boule de Noël
les chansons de Noël
la neige






Slide 19 - Slide

Wat betekent:
le bonhomme de neige?

Slide 20 - Open question

Wat betekent:
le feu d'artifice?

Slide 21 - Open question

Wat betekent:
la Saint-Sylvestre?
A
kerstmis
B
oudejaarsavond
C
nieuwjaar
D
gelukkig nieuwjaar

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

 vocabulaire-2
un gâteau                  = een cake,taart
la Saint-Sylvestre  = oudejaarsavond
Bonne année           = Gelukkig Nieuwjaar
le feu d'artifice       =  het vuurwerk
la naissance            =  de geboorte 
le bonhomme de neige= de sneeuwpop








C’est pourquoi daarom
Sans zonder
Assez genoeg, tamelijk

les décorations
le sapin
la boule de Noël
les chansons de Noël
la neige






Slide 24 - Slide

Noël
feu d'artifice
gâteau
bon anniversaire!
le Saint-Sylvestre
sapin
souffler les bougies
rudolphe 
le renne
bonne année
boules, guirlandes, étoiles
champagne
naissance

Slide 25 - Drag question

Op welke dag is het Noël in
Frankrijk?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-six décembre
C
le vingt-cinq décembre
D
le vingt-trois décembre

Slide 26 - Quiz

Welke land heeft meer
'feu d'artifice' bij
Saint-Sylvestre?
A
Les Pays-Bas
B
La France

Slide 27 - Quiz

Op welke dag wordt
in Frankrijk
Noël NIET gevierd?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-cinq décembre
C
le vingt-six décembre

Slide 28 - Quiz

Wie is 'le père Noël'?
A
de papa die Noël heet
B
de pastoor
C
het kindje Jezus
D
de kerstman

Slide 29 - Quiz

Welke letters ontbreken?
Jo..eux Noël
&
Bonne A..ée
A
j - n
B
y - n
C
y - nn
D
j - nn

Slide 30 - Quiz


Joyeux Noël
& Bonne Année!!!

Slide 31 - Slide

Pak nu rustig je tas in.
Wacht op je stoel tot de bel gaat.
Schuif dan je stoel aan en verlaat het lokaal.

Slide 32 - Slide