Poëzie: 20e eeuw en thematiek

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom terug!
  • Leuke vakantie gehad? :-)
  • Startopdrachtje
  • Poëzie: van 19e naar 20e eeuw
  • Theorie: thematiek 

Slide 2 - Slide

Startopdracht 
  • Weten jullie nog hoe je een Elfje maakt? 
  • Je schrijft een Elfje over jouw vakantie. Kies een thema dat voor jou overheersend was. Bijvoorbeeld: regen of familie
  • Je hebt hier 10 minuten de tijd voor.

Slide 3 - Slide

Recap
  • Voor de vakantie: negentiende eeuw > de Tachtigers
  • Introductie bloemlezing
  • Rijm en klank

Slide 4 - Slide

Literatuurgeschiedenis: 20e eeuw
  • Laatste beetje literatuurgeschiedenis: BELOOFD. 
  • We gaan kijken naar een schoolTV video over literatuurgeschiedenis van de 20e eeuw. 
  • Tijdens het kijken maak je aantekeningen.  
  • Achteraf beantwoord je een aantal vragen in LU.

Slide 5 - Slide

Wat betekent 'op hoop van zegen'?
A
Het besluit is gemaakt en je hoopt dat het goedkomt.
B
Je hoopt dat God ingrijpt.
C
Je hoopt op veel visvangst.
D
Je hoopt dat je ouders het goed vinden.

Slide 6 - Quiz

Het schip in de video heet Op hoop van zegen. Vind je dit een goede naam voor het schip?

Slide 7 - Open question

Wat heeft het verhaal met de vissers op de Noordzee te maken met literatuur?
A
Niks.
B
De gebeurtenissen markeerden een nieuw tijdperk.
C
Schrijvers schreven over dit soort rampspoed en realisme.
D
Door de schrijvers kwamen dit soort dingen aan het licht.

Slide 8 - Quiz

Hoe heette de beroemde dichter die Boem Paukeslag schreef?

Slide 9 - Open question

Door Paul van Ostaijen kwam het ____ met een enorme knal de Nederlandse letteren binnen.
A
Realisme
B
Modernisme
C
Calvinisme
D
Impressionisme

Slide 10 - Quiz

Welke invloed had de Eerste Wereldoorlog op de Nederlandse literatuurbeweging?

Slide 11 - Open question

Bonusvraag
Welke gebeurtenissen van toen 'herken' je in de tijd van nu? Zie je parallellen? 

Slide 12 - Slide