1. Zoek en kies een typisch gerecht dat veel in jullie land gegeten wordt.
a. Jullie moeten het lekker vinden
b. Het mag niet te duur zijn
c. Het moet niet te moeilijk zijn: Jullie moeten het kunnen maken
d. Jullie moeten zelf veel doen
2. Noteer de ingrediënten en bekijk het recept
3. Noteer welk (apart) materiaal je nodig hebt (bijv. een wafelijzer)
4. Noteer hoeveel het ongeveer gaat kosten