H3c. 4 juni H4 lezen herhalen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Nederlands 4 juni

13:45  Welkom, 15 minuten lezen 

14:00 Nabespreken Test H1, 2 en 3 Lezen

14:05 Lesson Up argumentatiestructuur

14:15 Oefenen 

14:40 Afsluiting

Een koude geschiedenis

Nakijken Test H1 Lezen

(pag. 45), H2 en H3

Lesdoelen argumentatie structuur

Doelen: 

• Je kan een argumentatie structuur herkennen.
• Je weet welke signaalwoorden een argumentatie aangeven.
• Je weet wat een weerlegging is.
• Je weet welke signaalwoorden een weerlegging aangeven.

Wat is het doel van een betogende tekst?

1. informeren
2. overtuigen
3. amuseren
4. activeren

Wat is een weerlegging?

Welk tekstverband gebruikt je bij het noemen van nevenargumenten?

1. tegenstellend
2. chronologisch
3. redengevend
4. opsommend

Geef voorbeelden van signaalwoorden die een opsommend tekstverband laten zien.

Noem signaalwoorden die een tegenstelling aangeven

Wat is de overeenkomst tussen een debat en een betoog?

Zijn er vragen over de theorie?

• Maak opdracht 4 (Tekst 6) op pagina 141 van je lesboek

• Klaar? Start met Test Lezen H4 (pag. 176)

Afsluiting

Wat weet je over een argumentatiestructuur?

Welke signaalwoorden geven aan dat het om een argumentatie gaat?

Wat is een weerlegging en welke signaalwoorden horen hierbij?

Geniet van je lange weekend! :D

antwoorden 1 t/m 8

Opdracht 2

1. sociale dienstplicht

4. Sociale dienstplicht is een slecht idee.

5. Naar mijn mening

6

Jongeren hoeven helemaal niet betrokken te worden bij de samenleving.

↑

a

Ze staan er al middenin.

b

84 procent van de jongeren werkt of volgt een opleiding.

c

De helft van de Nederlanders boven de 15 jaar doet vrijwilligerswerk.

7. De sociale dienstplicht kost veel geld.

8. Verder

Maak vraag 9 t/m 21 af voor volgende week woensdag.

vraag 21

Lees alinea 8 heel goed door. Dit is een slotalinea.

Is alinea 8 een samenvatting of een conclusie?

Waaraan zie je dat?

Hoe is het slot opgebouwd?

Nakijken

Kijk vraag 9 t/m 22 na via dit scherm.

H4: Lezen - blz.110

Doel: 

• je weet welke leesstrategieën je moet gebruiken
• je kan argumenten en weerleggingen herkennen
• je kan gebruikmaken van signaalwoorden
• je kan zien waar de inleiding stopt.
• je kan zien waar het slot begint.

Maak opdracht 4 over tekst 3 (blz. 112)

1. We starten klassikaal om de tekst te verkennen.

2. Werk daarna zelfstandig aan de vragen (volgende week woensdag afhebben).

klassikaal

1. Waar gaat deze tekst over (bekijk de tekst verkennend)?
   (titel - plaatje - inleiding lezen - kernzinnen lezen - slot lezen)

2. Waar eindigt de inleiding?
     Waaraan zie je dat?

3. Wat voor soort tekst is dit? 
     Welke tekst structuur hoort daar bij?
     Wat voor slot verwacht je dan: samenvatting, conclusie?

4. Waar begint het slot? Aan welk signaalwoord herken je dat?

zelfstandig werken aan opdracht 4