persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp :
regarder=kijken / voir=zien /aider=helpen/ écouter=luisteren/ connaître=kennen
chercher=zoeken
Je vois Paulette => Paulette wordt weer vervangen door LA. Er staat geen heel werkwoord in de zin dus we zetten LA voor de persoonsvorm :
Je la vois = ik zie haar.
Je mets les chaussures (ik trek de schoenen aan ) => je les mets (ik trek ze aan)
J'aide mon grand-père ( ik help mijn opa) => je l'aide (le aide wordt l'aide)
Je veux aider mon grand-père (ik wil mijn opa helpen) je veux l'aider.