H1, fictie + grammatica 1H

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hartelijk welkom!

Kom rustig binnen in het lokaal. 

Ga zitten op je plek van de plattegrond.

Pak je boeken en schoolspullen erbij.

Geen jassen/capuchons, eten & drinken, petten & mutsen.

Mobiele telefoon weg en niet zichtbaar/hoorbaar tijdens de les!.

Wat gaan we doen vandaag?

13.30 - 13.40 Wat weten jullie nog? Waar ging het verhaal over?

13.40 - 13.50 Opdracht 1 nakijken

13.50 - 14.00 Fictie en non-fictie (korte uitleg + opdracht)

14.00 - 14.10 Opdracht werkwoorden

14.10 - 14.15 Afsluiting

Wat weet je nog?

Waar speelt het verhaal zich af?

Welke personen spelen een rol in het verhaal?

Waar gaat het verhaal over? 

Opdracht 1 nakijken

Opdracht 1 blz. 13.

• Kijk na met een andere kleur pen
• Zet een krul als je het antwoord goed hebt
• Verbeter je antwoord als je het fout hebt
• Steek je vinger op als je een vraag hebt over jouw antwoord

Fictie 

Teksten of verhalen die verzonnen zijn. 

Bijvoorbeeld: stripboek, gedicht, leesboek, televisieserie, musical, toneelstuk

Non-fictie

Teksten of verhalen die echt gebeurd zijn. Met feiten over echte mensen en gebeurtenissen.

Bijvoorbeeld: krantenbericht, documentaire, studieboek, artikelen.

Opdracht 2 blz. 14

Wat? Maak opdracht 2.1 op blz. 14

Hoe? Je mag samenwerken tijdens deze opdracht

Tijd? Je hebt drie minuten de tijd om deze opdracht te maken, daarna bespreken we de opdracht direct

Klaar? Wacht dan heel even totdat de rest van de klas ook klaar is

Werkwoorden

Wat zijn werkwoorden ook al weer?

• Je doet iets, fietsen, spelen, wandelen
• Er gebeurt iets, sneeuwen, regenen, veranderen
• Iemand is iets, zijn, worden, blijven
• Werkwoorden veranderen in een zin

Opdracht werkwoorden

- Je krijgt zo een tekst

- Markeer of onderstreep alle werkwoorden die je kan vinden in de tekst

Lesafsluiting

Raadgedicht: 

https://raadgedicht.nl/rian-visser-lichaamsdelen-te-koop/

Huiswerk: Lees de theorie op blz. 20 (werkwoordvormen)