4BB Transport BS1 + BS2

Transport
Basisstof 1: Bloed
Basisstof 2: Bloedsomloop
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Transport
Basisstof 1: Bloed
Basisstof 2: Bloedsomloop

Slide 1 - Slide

Planning vandaag
Uitleg basisstof 1: Bloed en basisstof 2: bloedsomloop
Opdrachten maken
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

- Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies

Slide 3 - Slide

Bloed
Vervoert voedingsstoffen en zuurstof naar cellen.
Vervoert afvalstoffen en koolstofdioxide weg van de cellen.

Slide 4 - Slide

Waar bestaat bloed uit?
55% Bloedplasma

45% Vaste bestanddelen
(bloedcellen + bloedplaatjes)

Slide 5 - Slide

Bloedplasma
Vervoert een klein beetje zuurstof, voedingsstoffen, hormonen, enzymen, geneesmiddelen, antistoffen, CO2 en andere afvalstoffen

Verspreidt warmte door het lichaam


Slide 6 - Slide

Rode beenmerg

Slide 7 - Slide

Rode bloedcellen
Ronde schijfjes
Geen celkern
Hemoglobine (rode kleurstof)
Functie: Vervoer zuurstof
Bloedarmoede (te weinig hemoglobine
of te weinig rode bloedcellen)

Slide 8 - Slide

Witte bloedcellen
Kunnen van vorm veranderen
Hebben een celkern
Functie: Afweer
Sommige WBC ontwikkelen in lymfeknopen
voor vorming antistoffen
Etter/Pus: Dode witte bloedcellen en bacteriën
Leukemie: Kanker, teveel WBC die niet goed werken. 

Slide 9 - Slide

Bloedplaatjes
Delen van uiteengevallen cellen
Geen celkern
Functie: Bloedstolling

Slide 10 - Slide

Bloedstolling






Trombose: bloedstolsel in bloedvat

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop:
zuurstof opnemen, CO2 afgeven

Grote bloedsomloop:
zuurstof en voedingsstoffen afgeven,
CO2 en afvalstoffen opnemen in bloed

Slide 13 - Slide

Aan de slag!

Wat? Maak opdracht 1, 3, 5, 6, 8, 9, 10, 12 en 14 vanaf bladzijde 142. 
Hoe? Eerste 10 minuten alleen in stilte, hierna evt. fluisterend in 2-tal.
Hulp? Hand opsteken, docent komt je helpen.
Klaar? Nakijken via magister én verbeteren.

Slide 14 - Slide