In dit hoofdstuk leer je:
- kledingstukken benoemen in het Spaans
- een gesprekje voeren in een kledingwinkel
- het bijvoeglijk naamwoord in het Spaans
- getallen t/m 1000 in het Spaans herkennen en gebruiken
- de werkwoorden estar, tener en ir
we herhalen:
- de werkwoorden ser en de regelmatige werkwoorden