4 havo paragraaf 8.3 en 8.4 en 8.5

week 4 les 1
paragraaf 8.3
1 / 50
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

week 4 les 1
paragraaf 8.3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Verplichting van een bedrijf
Een bedrijf is versplicht te laten zien hoe hij er financieel voor staat. Dit doen ze doormiddel van twee overzichten:
- De balans (bezit & schuld)
- De resultaten rekening (verlies & winst rekening) 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De Balans
Belangrijkste kenmerken van een balans:
- Er zit een linkerzijde (debet) en een rechterzijde (credit) aan de balans
- Het is een momentopname (voorraadgrootheid)
- De balans is altijd in evenwicht.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

1. Wat ik heb
2. Wat ik nog ga krijgen
3. Wat ik moet terug betalen

Met de passiva zijde van de balans kan ik de activa zijde financieren. 
BEZITTINGEN - ACTIVA
SCHULDEN - PASSIVA
Eigen Vermogen ( 1+2-3)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

timer
0:45
Liquide middelen
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Vaste activa
Vlottende activa

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Liquide middelen
Vaste activa
Vlottende activa
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Gebouw
Bedrijfsterrein
Rabobank rekening
Kas
Debiteuren
Aandelen
Lening (5 jaar)
Hypothecaire lening
Crediteuren
Lening (<1 jaar)

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Onder welke categorie valt een bedrijfsauto?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Vlottende activa
D
Vaste activa

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de beste omschrijving van vlottende activa?
A
Activa die langer dan één periode of jaar meegaan
B
Activa die minder dan één periode of jaar meegaan
C
Activa die precies één periode of jaar meegaan
D
Activa die één periode meegaat

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Verplichting van een bedrijf
Een bedrijf is versplicht te laten zien hoe hij er financieel voor staat. Dit doen ze doormiddel van twee overzichten:
- De balans (bezit & schuld)
- De resultaten rekening (verlies & winst rekening) 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Inkoopwaarde (wat heb ik betaald voor de spullen die ik verkoop)
Alle overige kosten 
  • salaris
  • reclame 
  • betaalde rente 
  • etc....

VERLIES / KOSTEN  
WINST/OPBRENGSTEN 
Omzet (aantal verkochte producten x de prijs die er voor is betaald). 
andere opbrengsten
Als het goed is maak het bedrijf winst. Maar aan welke kant zie je dat bedrag dan staan?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Resultatenrekening in scontrovorm

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Schema bruto- en netto winst
Omzet                                       (afzet x verkoopprijs)
Inkoopwaarde -                    (afzet x inkoopprijs)
Brutowinst
Bedrijfskosten -                   (bijv. huur, gas en licht, salaris)
Nettoresultaat


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Om de omzet te berekenen,
gebruik je:
A
afzet x consumentenprijs
B
afzet x verkoopprijs
C
afzet x inkoopprijs
D
Verkoopprijs - BTW

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hoe bereken je de netto winst?
A
Omzet - bedrijfskosten
B
bruto winst - bedrijfskosten
C
Omzet - bruto winst
D
omzet - bruto winst - bedrijfskosten

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kun je zien of een bedrijf financieel gezond is?
mbv kengetallen

Slide 23 - Slide

Op het bord een balans tekenen , de credit zijde, de passiva ( = het woord passief)
Passiva omdat het geen geld is waarmee je kunt handelen.
Begrippen EV en VV  en crediteur behandelen

verschil van het begrip investeren in het dagelijks taalgebruik ( ruimer ) en het economische begrip ( voor een lange tijd, 
voor jaren in een bedrijf en je gaat uit van rendement) 
Liquiditeit & solvabiliteit
Kan het bedrijf de schulden die er zijn terugbetalen?

Slide 24 - Slide

DAT -> CAT.    kengetallen- ratio's 

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Liquiditeit
Heb je genoeg geld om je schulden 
op korte termijn te betalen ? 
  • In een formule uitgedrukt:                             (VLA+ liquide middelen) / VVK x 100% 



Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Solvabiliteit
Heb je genoeg geld om je schulden 
op lange termijn te betalen ? 
  • In een formule uitgedrukt:                                 (EV / TV) x 100%

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

aan de slag
maken checklist 8.3
taken week 4
Opgaven 8.9, 8.10, 8.11, 8.13, 8.15 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

week 4 les 2
Vandaag ronden we hoofdstuk 8 af en zullen vanaf volgende week aan hoofdstuk 9 gaan werken. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Toe-afname eigen vermogen
Als een bedrijf winst maakt in een bepaald jaar, zal het EV in dat jaar toenemen met de behaalde winst

Als een bedrijf verlies maakt in een bepaald jaar zal het EV in dat jaar afnemen met het verlies

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Rentabiliteit Eigen Vermogen
Hoeveel rendement wordt er door een bedrijf behaald met het eigen vermogen..... Dit vinden bijvoorbeeld banken* belangrijk (*verschaffers van vreemd vermogen).

Rentabiliteit = winst als percentage van het gemiddelde eigen vermogen
Je geeft hiermee dus de winstgevendheid van een bedrijf weer.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Rentabiliteit EV =
Weergave van de winst als percentage van het gemiddelde eigen vermogen:

(Nettowinst / gemiddelde eigen vermogen) x 100%

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

winstmarge en winstquote
winstmarge is nettowinst in procenten van de omzet 

Wanneer we naar heel Nederland kijken zien we dat je de winst ook kan uitdrukken in procenten van het binnenlands inkomen van Nederland. We spreken dan over de winstquote.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Reflectie...
Beantwoord de volgende vragen.....

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

REV is de nettowinst in procenten van de omzet
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

De winstmarge van een bedrijf met een sterke machtspositie is laag
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Op een resultatenrekening staan...
A
kosten
B
opbrengsten
C
eigen vermogen
D
winst- of verliessaldo

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor een winst-en-verliesrekening
A
Resultatenrekening
B
Balans
C
resultatenbegroting
D
investeringsbegroting

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Een balans bevat voorraadgrootheden en de resultatenrekening stroomgrootheden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Wat weten we over duurzaamheid?

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Wat denk je te weten over
het onderwerp ''duurzame productie''

Slide 41 - Mind map

This item has no instructions

Waarom denk je dat het belangrijk is dat we het over dit onderwerp gaan hebben?

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Duurzame productie --> maatschappelijk verantwoord ondernemen

Balans tussen Planet, Profit en People

Mensen mogen geen nadeel ondervinden van productie
Natuur mag geen nadeel ondervinden van productie
Er moet winst gemaakt worden, zal dit minder zijn?

Wat is duurzame productie?

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

De winst
Bedrijven willen geld verdienen. Kan dit nog wel door maatschappelijk verantwoord te ondernemen? 
De drie p's:

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

De mensen
Mensen willen gelukkig zijn.

Als bedrijf betaal je de mensen een eerlijke loon en kunnen ze werken onder goede omstandigheden.
De drie p's:

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Onze planeet
Onze planeet moet nog eeuwen blijven bestaan.
Als bedrijf gebruik je bijv. gerecycled materiaal en heb je bijvoorbeeld zonnepanelen.
De drie p's:

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

MVO
• Werk beschikbaar stellen voor mensen met een beperking
• Eerlijk prijzen betalen met leveranciers in andere landen.
• Milieuvriendelijke producten gebruiken binnen het bedrijf, zoals papier of koffiebekers.
• Meubilair die bijvoorbeeld niet van leer is gemaakt
• Zelf milieuvriendelijk produceren (geen plastic gebruiken, etc.)
• Energie besparen
• Minder afval produceren
• Samenwerken met een goed doel

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Door open grenzen kunnen we makkelijk bestellen bij bedrijven in andere landen. Is dat wel goed?



Globalisering

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

aan de slag
maak hoofdstuk 8 compleet door de checklist af te maken.
denk aan je taken

Slide 50 - Slide

This item has no instructions