1. Voltooid deelwoord:Het is al gebeurd
Spelling: Gebruik 't kofschip, een hulpwerkwoord en ge-, be-, her-, ver- en ont-
2. Tegenwoordig deelwoord:
Hoe iets gebeurt
Spelling: Hele werkwoord + -d
3. Deelwoord bijvoeglijk gebruikt:
Een werkwoord dat iets zegt over een dier, mens of ding
Spelling: Zo kort mogelijk, tenzij de klank verandert