Nu Nederlands Schrijven 1.1 Voorbereiden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Schrijven 

Les 1

Programma

Voorkennis en Theorie, Voorbeelden teksten uit magazines

Aan de slag: 

Klaar?  Trainers om werkwoordspelling bij te houden(bijv n.a.v. werkwoordspellingtoets) /Woordenschatopdrachten

Volgende week: 1.2 Uitvoeren

Lesdoel:

Na deze les weet je wat een schrijfplan is en kun je gebruik maken van van een schrijfplan om een tekst goed voor te bereiden

Schrijven

1.1  Voorbereiden

1.2 Uitvoeren

1.3 Controleren en verbeteren

Wat is de overeenkomst tussen een advertentie, een gedicht en een recept voor tomatensoep?

Welke tekstsoorten ken je allemaal? (behalve recept, gedicht, advertentie)

Welke tekstsoorten ken je allemaal? (behalve recept, gedicht, advertentie)

Tekstsoorten:

mail, kaartje, uitnodiging, enquête, folder, affiche, poster, flyer, advertentie, gedicht,

zakelijke brief, column, instructie, ingezonden brief, offerte, recept, etiket, memo, zakelijke e-mail, bijsluiter, klachtenbrief

Welke ken je niet?

Waarom moet je vooraf nadenken over wat je gaat schrijven?(voorbereiden)

Wat is een schrijfplan?

• Dit is een plan dat je maakt voordat je een tekst gaat schrijven. 
  
• In dit schrijfplan staat de indeling van je tekst (inleiding, middenstuk en slot), de deelonderwerpen en de korte inhoud per alinea. 
  
• In Nu Nederlands vind je een schrijfplan.

Bepaal vooraf het onderwerp van de tekst.

• Als je zelf een onderwerp mag kiezen, kies dan iets waar je wat van weet.
• Deel het onderwerp in in deelonderwerpen.

Het onderwerp is "Het bereiden van de perfecte slagroomtaart". Welk deelonderwerpen passen hierbij?

Enkele deelonderwerpen:

• Duurzaamheid
• Menu-engineering
• Balans tussen genieten & gezondheid
• Technologie in de keuken
• Trends in smaak en textuur
• Hygiëne en voedselveiligheid
• Technologie in de keuken
• Marketing en sociale media

Bepaal vooraf de doelgroep (voor wie je schrijft).

• Schrijf je voor klanten?
• Schrijf je voor een collega?
• Schrijf je voor je docent Nederlands?

De ene doelgroep heeft meer uitleg en makkelijkere taal nodig dan de andere doelgroep.

Bepaal vooraf het doel van de tekst. Wat wil je ermee bereiken?

• Wil je de lezer informatie geven? (informeren)
• Wil je de lezer iets uitleggen? (instrueren)
• Wil je de lezer jouw mening vertellen? (mening geven)
• Wil je dat de lezer jouw mening gaat overnemen? (overtuigen)
• Wil je dat de lezer iets gaat doen? (activeren)

Inoefenen

inoefenen

Het onderwerp van deze advertentie is: Inventum Elektrisch Kussen HNK20. Waarschijnlijk wist de schrijver niet goed wat hij over dat onderwerp moest vertellen.

Kies de twee zinnen die hij sowieso weg had kunnen laten.

Tijdens de koude wintermaanden is het namelijk koud.

Dan heeft u het niet meer koud, maar lekker warm.

inoefenen

Het publiek van deze tekst is: mensen die geïnteresseerd zijn in een elektrisch kussen. Dat publiek wil waarschijnlijk meer informatie.

Welke vragen zou een mogelijke koper kunnen hebben? 

• Hoe dik is het kussen?
• Hoe warm wordt het kussen?
• Wat voor soort vulling zit er in het kussen?
• Waarvan is de buitenkant gemaakt (de tijk)?
• Hoe lang is het snoer?
• Zit er een timer op?
• Is de hoes afneembaar? (bijvoorbeeld om die te wassen)

Aan de slag

Schrijven 1.1 Voorbereiden

 Opdracht 1 t/m 5

KLAAR?

Ga verder met Taalverzorging 3.1 Hoofdletters 

Je kunt je nu goed voorbereiden op het schrijven van een langere tekst en weet hoe een schrijfplan eruit ziet.

😒🙁😐🙂😃

Schrijven