24/25 laatste les a2e

  • vragen leerstof TW
  • oefenen met kaartjes passé composé
  • Lessonup quiz of zelfstandig leren
Le but: à la fin de ce cours:
  • weet ik wat ik op de TW toets kan verwachten
  • heb ik geoefend met de TW leerstof
1 / 51
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

  • vragen leerstof TW
  • oefenen met kaartjes passé composé
  • Lessonup quiz of zelfstandig leren
Le but: à la fin de ce cours:
  • weet ik wat ik op de TW toets kan verwachten
  • heb ik geoefend met de TW leerstof

Slide 1 - Slide

Leerdoelencheck

faire : présent en passé composé
pouvoir : présent en passé composé
werkwoorden -er :présent en passé composé



Slide 2 - Slide

Jeu: werkwoorden passé composé
persoon
hulpwerkwoord
stam
uitgang
voltooid deelwoord

Slide 3 - Slide

Jeu: werkwoorden

jij hebt gespeeld

Slide 4 - Slide

Jeu: werkwoorden passé composé
tu
as
jou
é

Slide 5 - Slide

Jeu: werkwoorden

Ik heb gemaakt

Slide 6 - Slide

Jeu: werkwoorden passé composé
j'ai
fait

Slide 7 - Slide

Jeu: werkwoorden

wij hebben gegeten

Slide 8 - Slide

Jeu: werkwoorden passé composé
on
a
mang
é
nous
avons

Slide 9 - Slide

Jeu: werkwoorden faire et pouvoir

Hij heeft gemaakt

Slide 10 - Slide

Jeu: antwoord
il
a
fait

Slide 11 - Slide

Jeu: werkwoorden

jullie hebben gedanst

Slide 12 - Slide

Jeu: werkwoorden passé composé
vous
avez
dans
é

Slide 13 - Slide

Jeu: werkwoorden faire et pouvoir

U heeft gekund

Slide 14 - Slide

Jeu: werkwoorden passé composé
vous
avez
pu

Slide 15 - Slide

Jeu: werkwoorden

zij heeft gezongen

Slide 16 - Slide

Jeu: werkwoorden passé composé
elle
a
chant
é

Slide 17 - Slide

Jeu: werkwoorden faire et pouvoir

Zij heeft gekund

Slide 18 - Slide

Jeu: réponse
Elle
a
pu

Slide 19 - Slide

Jeu: werkwoorden faire et pouvoir

Jij hebt gemaakt

Slide 20 - Slide

Jeu: réponse
tu
as
fait

Slide 21 - Slide

Jeu: werkwoorden faire et pouvoir

Zij hebben gekund

Slide 22 - Slide

Jeu: antwoord
ils
ont
pu

Slide 23 - Slide

Jeu: werkwoorden faire et pouvoir

Wij hebben gedaan

Slide 24 - Slide

Jeu: antwoord
nous
avons
fait

Slide 25 - Slide

Leerdoelencheck?

faire : présent en passé composé
pouvoir : présent en passé composé
werkwoorden -er :présent en passé composé

Nog vragen?


Slide 26 - Slide

Leerdoelencheck?

faire : présent 
pouvoir : présent 
werkwoorden -er :présent 

Samen oefenen of individueel oefentoets of woordjes leren?


Slide 27 - Slide

Pouvoir
présent en passé composé

Slide 28 - Slide

Ik kan
jij kunt
Hij, zij, men kan
Wij kunnen
jullie kunnen
u kunt
zij kunnen
... pouvons
... pouvez
tu peux
.... peut
...peuvent
je peux

Slide 29 - Drag question

Voer de juiste vorm van pouvoir in:
Tu ______________ (passé composé)

Slide 30 - Open question

Voer de juiste vorm van pouvoir in:
Vous __________

Slide 31 - Open question

Voer de juiste vorm van pouvoir in:
les garçons ______________ (passé composé)

Slide 32 - Open question

Voer de juiste vorm van pouvoir in:
Marie__________(passé composé)

Slide 33 - Open question

Faire
présent en passé composé

Slide 34 - Slide

FAIRE, passé composé

Tim ...... du basket?

A
es fait
B
est fait
C
as fait
D
a fait

Slide 35 - Quiz

FAIRE, passé composé

Vous ...... ...... du basket?

A
avons fairé
B
avons fait
C
avez fairé
D
avez fait

Slide 36 - Quiz

Kies de juiste vervoeging
Nous ____ ____ nos devoirs (faire, passé composé)
A
avez fait
B
avons fait
C
sommes fait
D
sont fait

Slide 37 - Quiz

Julie et Claire ... (faire) du shopping.
(présent)

Slide 38 - Open question

Julie et Claire ... (faire) du shopping.
(passé composé)

Slide 39 - Open question

Les verbes réguliers en -ER

Slide 40 - Slide

Vind de juiste combinaties
luisteren
voorstellen
dansen
houden van
uitnodigen
eten
inviter
écouter
manger
aimer
présenter
danser

Slide 41 - Drag question

Vertaal naar het Frans:
wij dansen
jij houdt van
zij eten

Slide 42 - Open question

Vertaal naar het Frans:
u nodigt uit
hij luistert

Slide 43 - Open question

Wat is geen populaire sport in Frankrijk
A
le foot
B
le tennis
C
le rugby
D
le hockey

Slide 44 - Quiz

Wat is een centre équestre?

Slide 45 - Open question

Wat is un sport d'équipe?

Slide 46 - Open question

faire une partie de babyfoot is
A
schilderen
B
tafelvoetbal spelen
C
boogschieten
D
wandelen

Slide 47 - Quiz

C'est quoi une salle d'escalade?
A
een sportzaal
B
een klimzaal
C
een buitensport
D
een zwembad

Slide 48 - Quiz

Welke sport wordt er gespeeld in het stadion van "Roland Garros"?
A
Voetbal
B
Wielrennen
C
Tennis
D
Atletiek

Slide 49 - Quiz

Waar is de finish van de Tour de France?
A
Champs-Élysées
B
Normandië
C
Marseille
D
Vogezen

Slide 50 - Quiz

Wat is de bijnaam van het Franse voetbalelftal?
A
Les roses
B
Les oranges
C
Les bleus
D
Les blancs

Slide 51 - Quiz