Oefentoets KGT

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Toets: Thema 2

Organen en cellen

Deze oefentoets bestaat uit 35 vragen

Succes!

1. Is een organenstelsel een groep organen die samenwerken?

1. ja
2. nee

2. Is het oog een orgaan?

1. Ja, want het heeft een bepaalde taak
2. Ja, want het is een onderdeel van een torso
3. Nee, het heeft meerdere taken
4. Nee, het is geen onderdeel van een torso

Dierlijke cel

Plantaardige cel

4. Regelt de celkern alles wat er in de cel gebeurt?

1. ja
2. nee

5. Geven de bladgroenkorrels planten een groene kleur?

1. ja
2. nee

6. Kun je cellen met het blote oog zien?

1. ja
2. nee

7. Is de maag een orgaan?

1. ja
2. nee

8. Kun je een preparaat bekijken met de microscoop?

1. ja
2. nee

9. Noem de vier organen van een plant.

10. Hebben dierlijke cellen een celwand?

1. ja
2. nee

11. Zitten vacuolen in de kern van een plantencel?

1. ja
2. nee

12. Noem je cellen van een plant plantaardige cellen?

1. ja
2. nee

13. Het vatenstelsel vind je alleen in de wortels en de bladeren van een plant

1. Ja
2. Nee

14. Tot welk organenstelsel behoren de longen

1. Bloedvatenstelsel
2. Spierenstelsel
3. Zenuwstelsel
4. Ademhalingsstelsel

15. Een oor is een orgaan

1. Ja
2. Nee

Celkern

Celplasma

Bladgroenkorrel

Celmembraan

Celwand

Vacuole

17. Vormen de spieren van je lichaam samen een orgaan, een organenstelsel of een weefsel?

1. Een orgaan.
2. Een organenstelsel.
3. Een weefsel.

18. Welk van de volgende organen behoort tot het verteringsstelsel?

1. Het hart.
2. De holle ader.
3. De lever.
4. Het ruggenmerg.

Celmembraan

Cytoplasma

Celkern

Vacuole

Bladgroenkorrel

Celwand

20. In de afbeelding zie je een orgaan van
een mens.
Tot welk organenstelsel behoort dit
orgaan?

1. Tot het beenderstelsel.
2. Tot het bloedvatenstelsel.
3. Tot het verteringsstelsel.
4. Tot het zenuwstelsel.

21. Wat is de vacuole?

22. Wat heeft een dierlijke cel?

1. Bladgroenkorrels.
2. Celmembraan.
3. Celwand.
4. Vacuole.

23. Een huidcel van een olifant heeft 56 chromosomen.

Als deze huidcel deelt, dan heeft elke dochtercel ook 56 chromosomen.

1. Ja
2. Nee

24. Welk organenstelsel zorgt voor beweging?

1. Het beenderstelsel.
2. Het spierstelsel.
3. Het verteringsstelsel.

Organisme

cel

Organenstelsel

orgaan

26. In een organisme komen onder andere cellen, organen, organenstelsels en weefsels voor.
Wat is de juiste volgorde van groot naar klein?

1. cel-weefsel-orgaan-organenstelsel
2. orgaan-organenstelsel-cel-weefsel
3. organenstelsel-orgaan-weefsel-cel
4. weefsel-organenstelsel-orgaan-cel

27. Je ziet in de afbeelding een bladcel.
Welke onderdelen van deze plantaardige
cel komen ook bij dierlijke cellen voor?

1. 1, 2 en 5
2. 1, 3 en 5
3. 2, 3 en 4
4. 2, 4 en 5

28. Welk deel van de plantaardige cel is een stevige laag om de cel?

1. De celkern.
2. De celwand.
3. De vacuole.

29. Wat is celplasma?

1. Water met opgeloste zouten.
2. Water met opgeloste stoffen.
3. Water met vitamines.
4. Water met zuurstof.

Zet de volgende zinnen in de goede volgorde.

1.

2.

3.

4.

De dochtercellen groeien

Er ontstaan twee nieuwe cellen.

De cel splitst zich in tweeën.

In de moedercel ontstaan twee kernen.

41. Wat is de naam van nummer 2?

1. Long
2. Hart
3. Nier
4. Maag

42. Wat is de naam van nummer 4?

1. Maag
2. Dikke darm
3. Dunne darm
4. Lever

43. Wat is de naam van nummer 10?

1. Long
2. Hart
3. Nier
4. Maag

44. Wat is de naam van nummer 5?

1. Maag
2. Dikke darm
3. Dunne darm
4. Lever