1A Toetsstof

Welkom!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Programma
Herhalen lesstof toetsweek
Oefenen

Slide 2 - Slide

Toetsstof
- Grammatica zinsdelen: werkwoordelijk gezegde - blz. 212

- Grammatica zinsdelen: lijdend voorwerp - blz. 216
- Formuleren: verbanden tussen zinnen - blz. 232
- Spelling: persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden - blz. 254
- Spelling: persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden - blz. 256



Slide 3 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin.




De chauffeur heeft het pakketje vanmorgen afgeleverd.
Bij de volgende bushalte stapt mevrouw De Wever uit

Slide 4 - Slide

Lijdend voorwerp
1. Zoek de persoonsvorm en verdeel de zin in zinsdelen
2. Noteer het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde
3. Stel de vraag: Wat/wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?

Het antwoord is het lijdend voorwerp. 
Tip: het lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel.

Slide 5 - Slide

Wg(-pv)
Ow
Pv
Lv
Het 
nichtje
van
Dean
heeft
een
tatoeage
laten
zetten

Slide 6 - Drag question

Wg(-pv)
Ow
Pv
Lv
In
het
dichtrbegroeide
bos
drie
trof
de
boswachter
verdwaalde
kinderen
aan

Slide 7 - Drag question

Wg(-pv)
Ow
Pv
Lv
Af
en
toe
verorbert
pijlinktvissen
de
walvishaai
ook

Slide 8 - Drag question

Wg(-pv)
Ow
Pv
Lv
Soraya
maakt
in
het
openbaar
graag
grappen

Slide 9 - Drag question

Verbanden tussen zinnen
Signaalwoorden geven tekstverbanden aan. 

Deze kun je gebruiken om structuur in je tekst aan te brengen.

Slide 10 - Slide

Opsomming
Tegenstelling
Tijdsverloop
Oorzaak en gevolg
ten slotte
maar
eerst
nadat
zodat
nu
vervolgens
doordat

Slide 11 - Drag question

Reden
Voorbeeld
Voorwaarde
Conclusie of samenvatting
omdat
bijvoorbeeld
als
wanneer
dus
tenzij
immers
kortom

Slide 12 - Drag question

Spelling
Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden
Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden

Slide 13 - Slide

De rechter ... de misdadiger voor zijn gewapende overval op het tankstation (beschuldigen)

Slide 14 - Open question

Gisteravond ... meneer Van Dussen zijn buurjongen op wildplassen (betrappen)

Slide 15 - Open question

In het voorjaar ... de stratenmaker het terras. (vergroten)

Slide 16 - Open question

Vorige week dinsdag ... het de hele dag. (misten)

Slide 17 - Open question

Tot ergernis van de oppas ... de kinderen de hele avond (huilen)

Slide 18 - Open question

Senn ... tijdens de onverwachte overhoring (blozen)

Slide 19 - Open question

Charlotte ... geen grote cadeaus voor haar verjaardag (verwachten)

Slide 20 - Open question

De verkoper ... de klok aan de man (verkopen)

Slide 21 - Open question

Ik ... laatst op tv hoe een slang een krokodil doodde. (zien)

Slide 22 - Open question