Thema 6 - herhalen par 1 tm 4 met oefenen

herhalen 6.1 tm 6.4
1: BOUW VAN DE BLOEM
2: bestuiving
3: bevruchting
4: ontstaan van vruchten en zaden

1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

herhalen 6.1 tm 6.4
1: BOUW VAN DE BLOEM
2: bestuiving
3: bevruchting
4: ontstaan van vruchten en zaden

Slide 1 - Slide

Bloemen
  • Bloemkelk
  • Bloemkroon
  • Meeldraden
  • Stamper
  • Zaadbeginsel

Slide 2 - Slide

Stamper
Vrouwelijke voortplantingsorganen.

Stempel
1
Stijl
2
Vruchtbeginsel
3

Slide 3 - Slide

Meeldraad
Mannelijk Voortplantingsorgaan

Slide 4 - Slide

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 5 - Drag question

Hoe noemen we de groene blaadjes van een knop?En wat doen ze (2 antwoorden aanvinken)
A
kroonbladeren
B
Insecten lokken
C
kelkbladeren
D
Bloem beschermen tegen uitdroging en kou

Slide 6 - Quiz

Kroonblad
Bloemsteel
Stamper
Meeldraad
Kelkblad

Slide 7 - Drag question

Mannelijke onderdeel van de bloemplant
Vrouwelijke onderdeel van de bloemplant
Stamper
Meeldraad
Stuifmeelkorrels

Slide 8 - Drag question

Is de stamper het mannelijke of vrouwelijke voortplantingsorgaan?
A
mannelijke voortplantingsorgaan
B
vrouwelijke voortplantingsorgaan

Slide 9 - Quiz

Zijn meeldraden mannelijke of vrouwelijke voortplantingsorganen?
A
mannelijke voortplantingsorganen
B
vrouwelijke voortplantingsorganen

Slide 10 - Quiz

Stempel
Vruchtbeginsel
Stijl

Slide 11 - Drag question

Hoe noemen we de felgekleurde blaadjes van een bloem? En wat doen ze
A
kroonbladeren
B
De bloem beschermen tegen uitdroging en kou
C
kelkbladeren
D
Insecten aantrekken

Slide 12 - Quiz

Een lila bloem
met groene
bladeren
Je ziet
A
6 meeldraden 1 stamper
B
6 stampers 1 meeldraad
C
6 meeldraden 1 stamper gekleurde kelkbladeren
D
6 meeldraden 1 stamper groene kroonbladeren

Slide 13 - Quiz

Hoe noemen we de geel gekleurde delen?
A
kroonbladeren
B
stamper
C
kelkbladeren
D
meeldraden

Slide 14 - Quiz

Basisstof 2
1: bouw van een bloem
2: BESTUIVING
3: bevruchting
4: ontstaan van vruchten en zaden

Slide 15 - Slide

Wat is Bestuiving:
  •  Het overbrengen van stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper.
  • Het is alleen bestuiving als het 
      stuifmeel op de stempel van 
      een  stamper terecht komt van 
     dezelfde soort plant.

Slide 16 - Slide

Bestuiving
  • Zelfbestuiving: bestuiving van dezelfde bloem, of een andere bloem op dezelfde plant
  • Kruisbestuiving: bestuiving van een bloem op een andere plant (zelfde soort) 
Stuifmeelkorrels komen op de stempel 

Slide 17 - Slide

Insectenbloem
Windbloem

Slide 18 - Slide

Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
B
Als eicellen op de stempel terecht komen
C
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van een andere soort
D
Als eicellen op de meeldraad terecht komen

Slide 19 - Quiz

Bij welke pijl
is er sprake
van bestuiving?
A
pijl a
B
pijl b
C
pijl c
D
geen van de pijlen

Slide 20 - Quiz

Zelf bestuiving
Bestuiving
Geen bestuiving

Slide 21 - Drag question

grote
kroonbladeren
plakkerig 
stuifmeel
nectar
kleurige 
kroonbladeren
meeldraden buiten de bloem
geur
licht stuifmeel
onopvallende kroonbladeren
wind 
bestuiving
insecten 
bestuiving

Slide 22 - Drag question

windbloem
Insektenbloem

Slide 23 - Drag question

Basisstof 3
1: bouw van de bloem
2: bestuiving
3: BEVRUCHTING
4: ontstaan van vruchten en zaden

Slide 24 - Slide

Bevruchting
  • Stuifmeelkorrel en stuifmeelbuis
  • Eicel in zaadbeginsel
  • Geslachtelijke voortplanting
  • Kruisen en selectie

Slide 25 - Slide

Stuifmeelkorrel komt op stempel neer
Stuifmeelkorrel vormt stuifmeelbuis
Kern van zaadcel komt bij eicel: Bevruchting!!

Slide 26 - Slide


Wat is de juiste volgorde?
Eerst moet de stuimeelkorrel op de stempel komen.
Daarna groeit deze naar beneden.
Als hij bij het zaadbeginsel is aangekomen kan hij de eicel bevruchten
A
groei stuifmeelbuis, bestuiving, bevruchting, zaadvorming
B
zaadvorming, groei stuifmeelbuis, bestuiving, bevruchting
C
zaadvorming, groei stuifmeelbuis, bevruchting, bestuiving
D
bestuiving, groei stuifmeelbuis, bevruchting, zaadvorming

Slide 27 - Quiz

In welk onderdeel van een bloem vindt bevruchting plaats?




A
Helmknop
B
Stempel
C
Stijl
D
Vruchtbeginsel

Slide 28 - Quiz

Hoeveel zaadbeginsels zie je hier?
A
1
B
2
C
5
D
10

Slide 29 - Quiz

Kijk goed!
Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
Heeft hier bevruchting plaatsgevonden?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
geen bestuiving, wel bevruchting
D
geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 30 - Quiz

Basisstof 4
1: bouw van de bloem
2: bestuiving
3: bevruchting
4: ONTSTAAN VAN VRUCHTEN EN ZADEN

Slide 31 - Slide

Na bevruchting
Zaad- en vruchtbeginsel groeien
Kroonbladeren + meeldraden vallen af
Vruchtbeginsel wordt langer
Bloemkelk en stijl verschrompelen.

Boon rijp? zaadhuid wordt donkerder
Vrucht breekt open en zaden komen vrij.

Slide 32 - Slide

Wat gebeurd er na bevruchting met de bloemkelk?
A
Groeit uit tot vrucht
B
Groeit uit tot bloem
C
Verschrompelt
D
blijft gewoon een bloemkelk

Slide 33 - Quiz




Sommige vruchten bevatten vruchtvlees: het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. Vruchtvlees kan ontstaan uit het vruchtbeginsel of uit de bloembodem. In afbeelding 3 zie je de ontwikkeling van bloem tot vrucht bij een appel.

Slide 34 - Slide

Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten.
 Bonen, erwten en de pitten in appels, kersen en tomaten zijn zaden.
 In sommige vruchten zit maar één zaad, in andere vruchten zitten meerdere zaden. 
Een meloen kan meer dan honderd zaden bevatten. 
Voor elk van deze zaden is de kern van de eicel in een zaadbeginsel versmolten met de kern van een stuifmeelkorrel.

Slide 35 - Slide

Groeien uit tot een vrucht
Groeien uit tot een zaad
Vallen af
Verschrompelen
Kroonbladeren
Meeldraden
Bloemkelk
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel met bevruchte eicel

Slide 36 - Drag question

Een passievrucht is ontstaan uit een passiebloem.
In deze passievrucht zitten honderd zaden.
Hoeveel stuifmeelkorrels zijn nodig geweest om honderd zaden te laten ontstaan?
A
1
B
50
C
100
D
200

Slide 37 - Quiz

Hoeveel stuifmeelbuizen zijn minstens gegroeid door een stijl als er honderd zaden ontstaan?
A
200
B
100
C
1
D
50

Slide 38 - Quiz

Hoeveel eicellen zijn bevrucht als er honderd zaden ontstaan?
A
50
B
1
C
200
D
100

Slide 39 - Quiz

Uit de bloemen ontstaan zaden en vruchten 
Zaden worden verspreid
Het zaadje ontkiemt
Een volwassen plant die bloemen vormt 

Slide 40 - Drag question

Het ontstaan van vruchten en zaden


 Uit een vruchtbeginsel ontstaat .................................bijvoorbeeld    ..........................

 Het vruchtbeginsel wordt steeds  ..................................    

 Zaadbeginsels met .................................. eicellen worden .......................... en ontwikkelen 

 zich tot  .............................  Vruchten kunnen  ............................   of  ........................... zaden hebben  
 

  groter

    meer

     een

    zaden

   groter

 een vrucht

  bevruchtte

Slide 41 - Drag question

Aan de slag!
Wat? Leren BS 1 t/m 4
Hoe?
- Belangrijke zinnen arceren
- Blauwe woorden uitleggen
- Plaatjes aandachtig bekijken
- Alleen of met degene naast je
Vragen? Steek je hand op


Volgende les SO
timer
10:00

Slide 42 - Slide