What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling grammatica blok 3
Herhaling grammatica blok 3
Doel vandaag: herhalen lesstof grammatica blok 3 voor SO a.s. vrijdag:
lijdend voorwerp
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
woordsoorten
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling grammatica blok 3
Doel vandaag: herhalen lesstof grammatica blok 3 voor SO a.s. vrijdag:
lijdend voorwerp
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
woordsoorten
Slide 1 - Slide
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
wie/wat + wwg + onderwerp = lijdend voorwerp.
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=
Slide 2 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in een zin:
Gaan we vandaag eindelijk voetballen?
Morgen wil ik graag jouw schrift zien.
Heb je al gespeeld na de update?
Slide 3 - Slide
Onderwerp
Wie of wat + persoonsvorm
Bijv.: 'Ik liep om half vier naar huis'.
Persoonsvorm: liep
wie liep?
Onderwerp: Ik
Slide 4 - Slide
Lijdend voorwerp?
'De scheidsrechter gaf een rode kaart'.
A
scheidsrechter
B
de scheidsrechter
C
een rode kaart
D
gaf
Slide 5 - Quiz
Lijdend voorwerp?
'Mijn vader wast elke zaterdag zijn auto.'
A
Mijn vader
B
zijn auto
C
elke zaterdag
D
wast
Slide 6 - Quiz
Lijdend voorwerp?
'Rogier wacht twee uur'
A
Rogier
B
wacht
C
twee uur
D
geen LV
Slide 7 - Quiz
NOOIT
lijdend voorwerp:
zinsdelen die
hoeveelheden
aangeven zijn nooit lv.
maten
gewichten
afstanden
tijden
Slide 8 - Slide
Noteer drie lidwoorden
Slide 9 - Open question
Noteer drie werkwoorden
Slide 10 - Open question
Noteer drie zelfstandig naamwoorden
Slide 11 - Open question
Noteer drie bijvoeglijk naamwoorden
Slide 12 - Open question
Noteer drie voorzetsels
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Zelfstandige naamwoorden (ZNW)
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die je gebruikt voor
mensen, dieren, planten en dingen.
Je kunt er een lidwoord voor zetten.
Je kunt er een meervoudsvorm en een verkleinwoord van maken.
Slide 17 - Slide
More lessons like this
grammatica opdr. 8 tm 14 (T/T_+) (SLR)
February 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
LJ2 - Herhaling grammatica blok 3
August 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
grammatica opdr.7 tm 9 (rvl)
January 2020
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
lijdend voorwerp 2 wel of geen lv
January 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
2K blok 3 grammatica
January 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
LJ1 3 Herhaling grammatica / LJ2 3 Herhaling grammatica
January 2022
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Les 4: lijdend en meewerkend voorwerp
February 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs