3.5 wetenschap en techniek + herhaling hfst 3

3.5 Wetenschap en techniek
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.5 Wetenschap en techniek

Slide 1 - Slide

3.5 Wetenschap en techniek
Aan het einde van deze les weet je:
- hoe wetenschappers gingen werken in de 17e eeuw
- hoe wetenschap praktisch werd toegepast
- hoe de landbouwgrond in Nederland werd uitgebreid 

Slide 2 - Slide

Wie was de belangrijkste opdrachtgever voor kunst in Nederland?
A
De kerk
B
De koning
C
De adel
D
De rijke burgers/regenten

Slide 3 - Quiz

Wat voor soort onderwerpen had de kunst in Nederland in de Gouden Eeuw?

Slide 4 - Open question

Hoe werd de vertaling van de Bijbel in 1637 genoemd?
A
de Hollandse Bijbel
B
de Statenvertaling
C
het Nieuwe testament
D
de nieuwe Bijbel der Nederlanden

Slide 5 - Quiz

De wetenschappelijke revolutie
= doorbraak van wetenschappelijk onderzoek vanaf de 17e eeuw
Wetenschappelijk onderzoek wordt gebaseerd op eigen waarnemingen, zoals zien, ruiken en proeven.

Gevolg: opstellen van natuurwetten

Slide 6 - Slide

Voorbeelden
  •  Isaac Newton: zwaartekracht
  • Antoni van Leeuwenhoek: microscoop
  • Galilei: telescoop 
  • Christiaan Huygens: slingerklokwerk 

Slide 7 - Slide

Welke ontwikkeling van de 15e/16e eeuw zou de oorzaak kunnen zijn van de wetenschappelijke revolutie? Leg ook uit waarom.

Slide 8 - Open question

Wetenschap in de praktijk
Jan Adriaanszoon Leeghwater vond een manier uit om hele meren droog te leggen met behulp van molens. 
Deze molens zetten wind om in beweging, waardoor water verplaatst kon worden.
--> Beemsterpolder

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Eén van de gevolgen van de wetenschappelijke revolutie was dat Europa de rest van de wereld kon overheersen. Leg uit waarom dat zo was.

Slide 13 - Open question

Herhaling hfst 3

Slide 14 - Slide

3.1 Geef een voorbeeld van hoe Lodewijk XIV ervoor zorgde dat hij absoluut kon regeren

Slide 15 - Open question

3.1 wat hield de functie stadhouder in in de Republiek en wie vervulde die titel?

Slide 16 - Open question

3.2 Leg uit wat handelskapitalisme is

Slide 17 - Open question

3.2 Leg uit waarom Amsterdam zo'n rijke stad kon worden en noem hierbij het begrip 'stapelmarkt'

Slide 18 - Open question

3.3 Leg uit wat het handelsmonopolie inhield voor de VOC.

Slide 19 - Open question

3.3 Leg uit hoe de WIC en VOC verschilden aan de hand van 3 voorbeelden.

Slide 20 - Open question

3.4 Leg het verschil tussen geloofsvrijheid en gewetensvrijheid uit.

Slide 21 - Open question

Aan de slag
Wat: Maak alle opdrachten van hoofdstuk 3 af.

Hoe: Zelfstandig en in stilte.
 (10 min.)
Daarna met overleg.

Klaar? Begin vast aan: Tijdvak en begrippen

Slide 22 - Slide