H2 - Grammatica zinsdelen

Grammatica
Zinsdelen: onderwerp
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica
Zinsdelen: onderwerp

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Hoe vind je het onderwerp?
A
Wie/wat + infinitief
B
Wie/waar + onderwerp
C
Wie/wat + persoonsvorm
D
Wie/wanneer + werkwoord

Slide 3 - Quiz

Ik kom vanavond een uurtje later.
Wat is het onderwerp in deze zin?
A
een uurtje = onderwerp
B
ik = onderwerp

Slide 4 - Quiz

Waarom heeft de politie de dader gearresteerd?
A
de dader = onderwerp
B
de politie = onderwerp

Slide 5 - Quiz

Ik kom vanavond een uurtje later
A
een uurtje = onderwerp
B
ik = onderwerp

Slide 6 - Quiz

Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
het onderwerp
B
een zin
C
Ik

Slide 7 - Quiz

Waarom heeft de politie de dader gearresteerd?
A
de dader = onderwerp
B
de politie = onderwerp

Slide 8 - Quiz

Het onderwerp is altijd een persoon.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

Wat is het onderwerp in de volgende zin?
Jan en Marie gaan samen varen.

Slide 10 - Open question

Wat is het onderwerp?

Deze quiz is nu bijna afgelopen....

Slide 11 - Open question

Nu gaan we oefenen
Kies een van de volgende links om te oefenen of ga naar het digitaal lesmateriaal van de methode (via Magister)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link