Welke woorden zijn in de B-zinnen weggelaten? Vul ze in.
A Die atleet heeft een snelle tijd gelopen en hij mag naar het WK.
B Die atleet heeft een snelle tijd gelopen en mag naar het WK.
A Noël en Mats hebben samen huiswerk gemaakt en Noël en Mats hebben daarna nog even gegamed.
B Noël en Mats hebben samen huiswerk gemaakt en daarna nog even gegamed.
A Wij hebben macaroni gegeten en wij hebben ook yoghurt met muesli gegeten.
B Wij hebben macaroni gegeten en ook yoghurt met muesli.