Klas 3 les 1 wk 46 schooljaar 2021/22

1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Tag auch!

Slide 2 - Slide

                           Anfang der Stunde!


Bereite dich vor!
  • Tasche auf dem Boden
  • Arbeitsbuch/Textbuch
  • Federmappe & Heft
  • Laptop
  • RUHE BITTE

Slide 3 - Slide

Programm
GOT- Felien
Grammatik A & B
Zelfwerktijd- Wochenaufgaben!!!!

Slide 4 - Slide

Vorhang auf für Abel!

Slide 5 - Slide

Hat euch das GOT gefallen?
Ja
Nein

Slide 6 - Poll

Wat vond je Top?

Slide 7 - Open question

Welke Tip heb je voor de presentator?

Slide 8 - Open question

Was werdet ihr Zuhause erzählen über das GOT?

Slide 9 - Open question

Hoe zal je het GOT beoordelen?
Onvoldoende
Voldoende
Goed

Slide 10 - Poll

Grammatik!


Persoonlijke voornaamwoord als onderwerp en lijdend voorwerp
de 1e & 4e naamval
(Nominativobjekt & Akkusativobjekt)
=> bekijk het video van "Neue Kontakte" Grammatik A

Slide 11 - Slide


1e naamval = .......
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp

Slide 12 - Quiz

Hij/Hem regel
het onderwerp kun je vervangen door...
A
hij
B
aan/voor hem
C
hem

Slide 13 - Quiz

1e naamval

Slide 14 - Slide

Het pers. vnw. in de 1e naamval
Dit zijn de pers. vnw. die je al kent.
(De 1e naamval)
ik
ich
jij
du
hij/zij/het
er/sie/es
wij
wir
jullie
ihr
zij/u
sie/Sie

Slide 15 - Slide

Het lijdend voorwerp is de ....
A
1e nv
B
3e nv
C
4 nv

Slide 16 - Quiz

Het lijdend voorwerp
kun je vervangen door:
A
hij
B
hem
C
aan hem

Slide 17 - Quiz

4e naamval

Slide 18 - Slide

1e en 4e naamval
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e nv
der
die
das
die
4e nv
den
die
das
die
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e nv
ein
eine
ein
eine
4e nv
einen
eine
ein
eine

Slide 19 - Slide

Voorzetsels met de 4e naamval
Na de volgende voorzetsels moet je de vormen van de 4e naamval gebruiken:

Slide 20 - Slide

3. Ik kan uitleggen waarom ik de 1e of 4e naamval moet gebruiken.
A
Ja
B
Nein
C
Ich muss noch ein bisschen üben

Slide 21 - Quiz

Zelfwerktijd
1. Magister.me > opdrachten 1e     & 4e naamval

2. Wochenaufgaben 44-46
alleen zachtjes met elkaar overleggen!!!

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide