This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Thema 3: Bloed
Basisstof 2: De bloedsomloop
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Leerdoelen doornemen
Herhaling begrippen + vragen
Uitleg basisstof 2: de bloedsomloop
Aan het werk
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
De drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies;
In het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen;
De kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
Slide 3 - Slide
Wat zijn de vaste bestanddelen van bloed?
A
Rode bloedcellen en bloedplaatjes
B
Witte bloedcellen en bloedplaatjes
C
Rode bloedcellen en witte bloedcellen
D
Rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes
Slide 4 - Quiz
Wat is de functie van rode bloedcellen?
A
Zuurstof en koolstofdioxide transporteren
B
Ziekteverwekkers bestrijden
C
Zorgen voor bloedstolling
D
Transporteren van hormonen en voedingsstoffen
Slide 5 - Quiz
Wat is de functie van bloedplasma?
A
Zuurstof en koolstofdioxide transporteren
B
Ziekteverwekkers bestrijden
C
Zorgen voor bloedstolling
D
Transporteren van hormonen en voedingsstoffen
Slide 6 - Quiz
Wat is de functie van bloedplaatjes?
A
Zuurstof en koolstofdioxide transporteren
B
Ziekteverwekkers bestrijden
C
Zorgen voor bloedstolling
D
Transporteren van hormonen en voedingsstoffen
Slide 7 - Quiz
Wat is de functie van witte bloedcellen?
A
Zuurstof en koolstofdioxide transporteren
B
Ziekteverwekkers bestrijden
C
Zorgen voor bloedstolling
D
Transporteren van hormonen en voedingsstoffen
Slide 8 - Quiz
A
1: Bloedplaatjes
2: Witte bloedcellen
B
1: Witte bloedcellen
2: Rode bloedcellen
C
1: Rode bloedcellen
2: Bloedplaatjes
D
1: Witte bloedcellen
2: Witte bloedcellen
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Open question
Bij een uierontsteking is een uierhelft opgezwollen en roodachtig, doordat er veel bloed naartoe stroomt. Welke bloeddeeltjes spelen een belangrijke rol bij de bestrijding van een uierontsteking?
A
Bloedplaatjes
B
Rode bloedcellen
C
Witte bloedcellen
Slide 11 - Quiz
Bloedvaten
De mens heeft een gesloten bloedsomloop : het bloed loopt in vaten door het lichaam.
Er zijn drie typen bloedvaten:
Slagaders
Haarvaten
Aders
Slide 12 - Slide
Slagaders
Slagaders nemen bloed mee van het hart naar de organen toe.
Hebben een "hartslag"
Hebben een dikke, elastische wand.
Vertakken zich in haarvaten.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Haarvaten
Haarvaten hebben een wand van 1 cellaag dik.
Geven zuurstof en voedingsstoffen af aan de organen
Nemen koolstofdioxide en afvalstoffen mee.
Komen weer samen in aders.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Aders
Door de aders stroomt bloed terug naar het hart
Aders bevatten kleppen
Kleppen zorgen ervoor dat het bloed maar 1 kant op stroomt
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Sommige aders hebben geen kleppen. Waar liggen deze?
Slide 19 - Open question
Het bloedvatenstelsel
Slagaders en aders hebben de naam van het orgaan waar ze bloed naartoe of vanaf voeren.
Uitzonderingen hierop:
Onderste en bovenste holle ader
Aorta
Poortader
Slide 20 - Slide
Dubbele bloedsomloop
Het hart is een dubbele pomp.
Bij een volledig rondje door het lichaam, komt bloed twee keer door het hart.
Kleine bloedsomloop: hart --> longen --> hart
Grote bloedsomloop: hart --> alle organen --> hart
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Weefsels
Een slagader heeft een wand met verschillende weefsels: